In de afpersingszaak rond fruitbedrijf De Groot in Hedel is hoofdverdachte Ali G. dinsdag veroordeeld tot negentien jaar en tien maanden gevangenisstraf. Tegen de man uit het Gooi was eind juni een celstraf van 26 jaar en zeven maanden geëist.
De 37-jarige G. heeft volgens de rechtbank in Arnhem de fruitimporteur geprobeerd af te persen na de vondst van 400 kilo cocaïne tussen de bananen. Het bedrijf ontving vele bedreigende sms-berichten waarin uiteindelijk 2,5 miljoen euro aan bitcoins werd geëist.
G. heeft daarbij diverse mannen aangezet tot het veroorzaken van explosies bij woningen van medewerkers van het fruitbedrijf. Hij zou daarmee vanuit de gevangenis zijn doorgegaan. G. was bij alle vijftien gruwelijke aanslagen en woningbeschietingen de uitlokker, oordeelt de rechtbank. Die sprak van een "ongekende terreurcampagne".
Via een medegedetineerde zou G. opdracht hebben gegeven voor het schieten op vier woningen in de Bommelerwaard en het in brand steken van een huis in Tiel in mei en juni vorig jaar. Tegen uitvoerders daarvan en hun aanvoerders waren celstraffen van twintig maanden tot zestien jaar geëist. Vijf van de acht verdachten zijn veroordeeld tot celstraffen van zestien maanden tot negen jaar, drie verdachten zijn vrijgesproken. Een van hen krijgt ook jeugd-tbs.
"De gehele Bommelerwaard leeft al jaren in angst voor aanslagen. De verdachten zijn medeverantwoordelijk voor dit gevoel van onveiligheid", aldus de rechtbank.
G.’s halfbroer Yassine A. (22) is eerder dit jaar veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar als 'adjudant' en 'doorgeefluik' van G. Tegen hem was zestien jaar cel geëist.
In hun ouderlijk huis is een lijst van medewerkers van het fruitbedrijf gevonden, met daarop aantekeningen van Ali G. Door een blunder van het OM belandde die lijst met daarop 140 adressen van medewerkers en ex-medewerkers in het strafdossier.
Het OM baseert zich in de zaak op verklaringen van een medeverdachte, die afgelopen voorjaar werd veroordeeld tot een celstraf van vier jaar voor zijn aandeel als chauffeur bij de aanslagen met brandbommen in onder meer Breda, Rosmalen, Tiel en Vlijmen. Hij werd daarover tijdens een undercoveractie in een busje zonder opnameapparatuur ondervraagd door undercoveragenten die zich voordeden als criminelen. De rechtbank vindt zijn verklaringen betrouwbaar en de undercoveractie gerechtvaardigd.
De straf van G. valt lager uit dan de strafeis, omdat er volgens de rechtbank wel sprake is van bijzonder heftige bedreigingen en poging tot doodslag, maar geen poging tot moord. Hij is bovendien vrijgesproken van het versturen van een van de reeksen dreigberichten.