Er komt op aandringen van de Tweede Kamer alsnog een onafhankelijk onderzoek naar de zelfmoord in 2019 van een medewerker van de Landelijke Eenheid (LE), een belangrijke afdeling van de politie in Driebergen waar al lange tijd grote interne problemen zijn. Justitieminister Dilan Yeşilgöz heeft dat toegezegd in een debat. Twee latere zelfdodingen bij deze dienst - in 2021 - zijn al wel onderzocht.
Dinsdagavond nog werd - ook op verzoek van de Kamer - over de laatste zelfdoding een uiterst kritisch rapport openbaar gemaakt, dat was opgesteld door de commissie onder leiding van Oebele Brouwer. De Kamer is geschrokken van de uitkomsten van het onderzoek. De betrokken agent schreef in afscheidsbrieven dat hij was tegengewerkt door leidinggevenden en werd genegeerd en gepest op de werkvloer. Na zijn overlijden trok de leiding de echtheid van de brief in twijfel, wilde ze niet dat nabestaanden met de pers spraken en was een diensttelefoon van de agent weggegooid.
Brouwer zal in opdracht van de minister en de korpsleiding ook het nieuwe onderzoek gaan doen. Een groot deel van de oppositie heeft echter geen vertrouwen erin dat het onderzoek echt onafhankelijk is, omdat de politieleiding zelf ook onderdeel van de problematiek is. Maar volgens Yeşilgöz is er wel degelijk sprake van "volledige onafhankelijkheid", hebben de onderzoekers alle vrijheid en is er geen enkele beperking. Dat was volgens haar ook bij de eerdere onderzoeken het geval.
Maar de PVV wees erop dat Brouwer niet alle informatie boven tafel heeft gekregen. "Bewijsmateriaal is door de politie zelf vernietigd", aldus PVV-Kamerlid Lilian Helder, omdat data van een diensttelefoon van de betrokken agent was verwijderd en het toestel daarna was weggegooid.
Het nieuwe onderzoek gaat over een digitaal expert die in 2019 een eind aan zijn leven maakte. Daarna volgden nog twee zelfdodingen bij deze dienst, door een infiltrant en een medewerker. Gebleken is dat de mannen problemen ondervonden met hun werk, onder meer door een slechte leiding en een verziekte werkcultuur.