Amnesty International wil dat er een onderzoek komt naar de manier waarop de politie woensdag heeft ingegrepen bij de ontruiming van een terrein van de Universiteit van Amsterdam. Volgens de mensenrechtenorganisatie is het recht om te demonstreren essentieel, "vooral in tijden van maatschappelijke onrust en politieke onzekerheid".
Amnesty is ook kritisch over een deel van de betogers. "We hebben gezien dat de situatie complex was en een deel van de demonstranten geweld gebruikte tegen de politie. Dat is onacceptabel." De politie heeft echter "onvoldoende onderscheid gemaakt tussen de vreedzame demonstranten en de groep die geweld gebruikte" en niet genoeg gedaan om de gemoederen tot bedaren te brengen, aldus de organisatie.
Het maakt Amnesty niet uit wie de evaluatie uitvoert. "Voor ons is het van belang dat het open en transparant gebeurt. Wie dat gaat doen, is voor ons niet van belang", zegt een woordvoerster. Amnesty is ook benieuwd naar de uitleg van de gemeente Amsterdam tijdens een spoeddebat in de Amsterdamse raad op vrijdag.
De Amsterdamse korpschef Frank Paauw zei daar donderdag in het radioprogramma Sven op 1 op NPO Radio 1 over dat politiemensen dat onderscheid wel degelijk proberen te maken. Hij zegt te weten "dat daar mensen tussen staan die ik helemaal niet zie als gewelddadig en die ik helemaal niet eens in de buurt wil hebben van politiegeweld".
De korpschef benadrukt dat de politie altijd vooraf waarschuwt dat ze geweld gaat gebruiken als mensen niet vertrekken. Als er bijvoorbeeld met een bijtende stof naar agenten wordt gegooid en de politie moet een charge maken, kunnen demonstranten volgens hem niet meer verwachten dat de politie per persoon een onderscheid maakt. "Dan ben je ondertussen al vier keer gewaarschuwd", aldus Paauw. "Welk woord van de zin 'verwijdert u of wij gaan geweld gebruiken' begrijpt u dan niet?"