Het Amsterdamse stadsbestuur wil de komende jaren flink investeren in onderwijs, reiniging, handhaving, duurzaamheid en stadsontwikkeling. Tegelijkertijd krijgt de hoofdstad een flinke financiële tegenvaller te verwerken, want er komen de komende jaren tientallen miljoenen euro's minder binnen van het Rijk.
Volgend jaar krijgt Amsterdam 37 miljoen euro minder van het kabinet, werd bekend bij de presentatie van de hoofdstedelijke begroting. Dit bedrag loopt op tot 110 miljoen euro per jaar minder in 2022. Aanleiding is een lagere uitkering van het gemeentefonds, waaruit gemeenten een deel van hun uitgaven betalen. ,,Dit geeft aan hoe ingewikkeld koopkrachtplaatjes zijn'', zei wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken) in een reactie op de vraag hoe dit rijmt met de mooie beloftes van het kabinet in de miljoenennota. ,,De gemeenten moeten nu puzzelen om dit op te lossen. Ik vind dit niet goed, want het komt uiteindelijk bij de burgers terecht.''
Ook moet de gemeente een oplossing vinden voor andere financiële knelpunten, zoals tekorten in de (jeugd)zorg door grotere uitgaven als gevolg van de toenemende vraag.
Het college van burgemeester en wethouders investeert echter de komende vier jaar 1,2 miljard euro in zaken als onderwijshuisvesting, infrastructuur en sportvoorzieningen. Verder gaat er 1,3 miljard naar bouwgrond. ,,De stad groeit ontzettend hard, dus we moeten investeren in grond'', aldus wethouder Udo Kock (financiën).
Naast investeringen gaan ook de lasten omhoog voor de Amsterdammers en bezoekers van de stad. Eerder was al bekend dat de toeristenbelasting van 6 naar 7 procent gaat en parkeren duurder wordt. Verder verdwijnen er volgend jaar duizend parkeerplaatsen om met name de binnenstad autoluwer te maken. De inwoners moeten bovendien 2 procent meer betalen aan onroerendezaakbelasting en flink (17,7 procent) extra voor de inzameling van huishoudelijk afval. Het college wil de stijging van de lasten voor minima zoveel mogelijk beperken.
De gemeenteraad spreekt zich op 10 oktober uit over de begroting.