De gemeente Amsterdam kondigt maatregelen aan om verdere stijging van woningprijzen in de stad in te perken. Beleggers en speculanten moeten daarmee buitenspel worden gezet.
Het gaat onder meer om een maximumprijs voor koopwoningen in het middensegment van 175.000 tot 297.000 euro. Die wordt vastgelegd in de erfpachtregels, zo bevestigt een woordvoerster van wethouder Laurens Ivens (wonen) een bericht hierover in Het Parool. Veel woningen in Amsterdam staan op grond die in bezit is van de gemeente. Woningeigenaren betalen voor het gebruik.
Verder wil de wethouder onder meer vastleggen dat nieuwe woningen écht worden gebruikt door de koper, schrijft hij in een brief aan de gemeenteraad. Dat moet voorkomen dat ze voor veel geld worden verhuurd. Het bijbouwen van betaalbare woningen is volgens de gemeente ook belangrijk, maar daarbij geldt vooralsnog vaak dat woningen in aanbouw bij de oplevering al duurder zijn geworden.
De Vereniging Eigen Huis (VEH) zegt begrip te hebben voor de problemen die de gemeente heeft met de hard opgelopen huizenprijzen. Veel mensen met een middeninkomen die in Amsterdam werken en daar willen wonen kunnen volgens de vereniging de hoge huizenprijzen onmogelijk nog betalen. Volgens de VEH is ook er geen wet of regel die de gemeente verbiedt eisen te stellen bij het uitgeven van bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen.
Het maximeren van koopprijzen voor nieuwbouwwoningen in de middensector is volgens de organisatie alleen een oplossing voor de eerste kopers. Voor de volgende koper is dat voordeel er niet meer. Zij zullen de marktprijs van dat moment betalen. Daarmee lost de maatregel structureel niets op, aldus de VEH.
Ook waarschuwt de vereniging voor willekeur bij het toewijzen van de woningen. Welke voorwaarden stelt de gemeente bij de loting en wie wordt ,,instant overwaarde" gegund. Voor bouwers wordt het verder lastiger om aantrekkelijke woningen te bouwen. Zij zullen ervoor kiezen om schraler, goedkoper en kleinere woningen te bouwen. Ook zullen ze gaan schuiven met de bouwkosten.