André van Duin heeft tijdens de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam zijn dankbaarheid uitgesproken over dat hij in vrijheid kan leven. Ondanks de coronamaatregelen, vieren we onze vrijheid, zei hij in een toespraak. "Ik ook. Maar ik doe dat wel in de overtuiging dat ook ik verantwoordelijk ben om die vrijheid van ons door te geven aan de nieuwe generatie. Want, het is al vaak gezegd, vrijheid is niet vanzelfsprekend."
De presentator en komiek, geboren in 1947, groeide op tussen de puinhopen van het tijdens de Tweede Wereldoorlog platgebombardeerde Rotterdam. Hij vertelde over zijn vader, die in de oorlog werd opgepakt en per trein naar Duitsland werd gedeporteerd. "Wat hij daar precies heeft gedaan en welke ontberingen hij heeft moeten doorstaan, heeft ie nooit iets over verteld. Als ik er wel eens naar vroeg zei hij altijd: 'Dat wil je niet weten, jongen'. Hij had het overleefd. Maar je moest niet vragen hoe."
Volgens Van Duin werd thuis amper over de oorlog gesproken. Pas op de lagere school hoorde hij erover. "Hoeveel doden er waren gevallen, honderdduizenden doden."
Van Duin woont inmiddels ruim dertig jaar in Amsterdam en herdenkt normaal gesproken bij het Homomonument op de Westermarkt. "Het feit dat wij in Nederland sinds 1987, als eersten in de wereld, zo'n monument hebben, tekent onze vrijheid. De vrijheid dat iedereen hier zichzelf mag zijn, zonder dat iemand anders daar wat van zegt. De Nederlandse grondwet ademt verdraagzaamheid en tolerantie. Je kunt hier over het algemeen doen en laten wat je wilt en zeggen wat je wilt. Je bent hier vrij. Vrij met de oorlog als het negatief, van de kleurenfoto van de vrede."
Van Duin sloot af met een soort handkus, terwijl hij omhoog keek in de richting van het monument.