Kamervoorzitter Khadija Arib is best bereid om in gesprek te gaan met premier Mark Rutte over de manier waarop zijn kabinet haar Kamer informeert en op de hoogte houdt. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt vroeg Arib hier werk van te maken nadat was gebleken dat de Kamer niet is geïnformeerd over een belangrijke notitie in de toeslagenaffaire.
In die ambtelijke notitie wordt voormalig staatssecretaris Menno Snel aangeraden invorderingen voor een bepaalde groep toeslagenouders niet stop te zetten. Een van de redenen was dat de commissie onder leiding van oud-minister Piet-Hein Donner nog onderzoek moest doen naar deze groep.
Maar de commissie-Donner heeft deze notitie niet gekregen, gaf huidig staatssecretaris Alexandra van Huffelen woensdag in debat met de Kamer toe. Wel is de commissie in de tijd van haar voorganger over deze groep geïnformeerd en zijn de vragen die Donner had, gewoon beantwoord door de Belastingdienst.
Deze nieuwe informatie leidde tot woede bij Omtzigt en SP-Kamerlid Renske Leijten. "Telkens dit soort ontmantelde bommen in een debat", foeterde Leijten. "Dit is echt heel pijnlijk. Omdat Donner alles zou oplossen." Na een recent advies van de commissie uitten Kamerleden, onder wie Leijten, kritiek op de commissie, omdat ze niet met alle ouders hadden gesproken. "Ik heb gezegd dat Donner geen goed werk heeft geleverd. Maar misschien kon-ie ook wel niet het goede werk leveren", aldus de socialiste.
Ook is de Kamer nooit ingelicht over de notitie, totdat Van Huffelen het stuk eerder deze week opstuurde. Daarom heeft de Kamer geen inzicht gekregen over wat er precies speelde voor deze groep.
"Ik kan mezelf moeilijk bedwingen", zei Omtzigt. "We zitten hier Sherlock Holmes te spelen! Dit is geen detectiveje, maar dat is wat we de afgelopen drie jaar zijn geworden in de Tweede Kamer", aldus de CDA'er. "Ik vind het buitengewoon kwalijk van het kabinet." Beide Kamerleden vragen om een reconstructie "hoe dit heeft kunnen gebeuren". Daarnaast wil Omtzigt dat Arib in gesprek gaat met Rutte over dit soort zaken.
"Ik kan me die woede heel goed voorstellen", zei Arib, die zelf op dat moment het debat voorzat. "Ik ben altijd bereid het gesprek aan te gaan als het gaat om de informatiepositie van de Kamer. Ik zal de gevoelens die hier leven zeker met de minister-president delen, als hij daartoe bereid is.