Een fout maken als arts, het is onoverkomelijk. Het gebeurt iedereen, aldus arts onderzoeker Rosa Smoor, maar we zijn er als de dood voor. Het is het ergste wat je kan overkomen. Daarom organiseert De Jonge Dokter deze week voor de tweede keer het Foutenfestival voor jonge artsen, een event waar open en in een veilige setting over het maken van fouten gesproken kan worden.
Het hangt volgens Rosa van de cultuur in een ziekenhuis af hoe er wordt om gegaan met fouten. “Het wisselt per ziekenhuis en wat voor sfeer er heerst. Is deze open of hiërarchisch? In de meeste gevallen zullen artsen onderling elkaar wel helpen als er een fout wordt gemaakt. Vaak proberen we het eerst zelf op te lossen. Het hangt ook af van de ernst van de fout.”
"Er wordt veel angst gecreëerd bij jonge dokters"
De fouten die gemaakt worden variëren behoorlijk. “Het hoeft niet altijd dodelijk te zijn. Het kan ook zijn dat er te laat of verkeerd gehandeld is, waardoor de patiënt schade heeft ondervonden. Tijdens de opleiding leer je wel dat dit gaat gebeuren en dat het erbij hoort. Ook dat je een klacht kunt krijgen. Daar moet je dan maar mee dealen. We leren dat het belangrijk is om open te zijn naar de patiënt. Meer krijg je niet mee. Er wordt veel angst gecreëerd bij jonge dokters, dat merk ik wel.”
Rosa vond haar eerste dienst alleen behoorlijk stressvol. “De angst om iets fout te doen, is dan groot. Ik denk dat veel artsen dat zo ervaren tijdens hun eerste avond- of nachtdienst, waarin je relatief alleen bent. Tijdens mijn eerste dienst had ik dertig patiënten onder mijn hoede. Je kan wel je baas bellen, maar je bent wel het eerste aanspreekpunt. Wat moet je doen als er iets niet goed gaat?”
was vorig jaar een groot succes en vandaar dat er een tweede wordt georganiseerd door De Jonge Dokter, waar Rosa bij aangesloten is. “Artsen zijn blij dat dit thema besproken wordt. Het blijft een terugkerend onderwerp want mensen blijven hiermee te maken krijgen. Toch heerst er een taboe op het maken van fouten. We hebben het er liever niet over. Het wordt nog weggestopt, maar dat komt ons niet ten goede.”
Leren van je fout
Ook Rosa heeft ervaring met het maken van een fout. “Het was tijdens een avonddienst. Rond half elf in de avond werd ik gebeld door een patiënt die al naar huis was gegaan. Tijdens zijn opname was het al gecompliceerd en had hij een paar keer een her-operatie gehad. Als je dat niet tijdig uitvoert, kan een patiënt in shock raken of overlijden. Hij belde omdat hij wat vage hoestklachten had. Hij voelde zich niet lekker. Ik heb toen besloten om het nog even aan te kijken, zonder af te stemmen met mijn supervisor. Je hebt dan toch zoiets van: het is al laat, hij of zij is thuis, ik wil niet storen. Ik voelde een drempel om contact op te nemen. De volgende dag zag ik dat de patiënt was opgenomen en weer een her-operatie had gehad. Er was dus wel iets aan de hand. Ik heb daar veel van geleerd, onder andere dat ik beter wel had kunnen bellen om te overleggen.”
Tijdens het vorige Foutenfestival was er een open sfeer en waren er best een aantal heftige verhalen van jonge artsen, aldus Rosa. “Er zijn een aantal artsen die al op jonge leeftijd zware dingen met zich meedragen. We willen graag mensen het gevoel geven dat ze zich gesteund voelen. Is er volgens Roos iets anders nodig vanuit ziekenhuizen? “De iets oudere generaties zouden wat meer hun eigen ervaringen met fouten maken mogen delen en vertellen hoe zij ermee om zijn gegaan. We zouden ons wat kwetsbaarder mogen opstellen, maar je ziet ook dat mensen die graag carrière willen maken, dat minder snel doen. Dit kan namelijk als zwakker overkomen. Soms houden we ons liever groot en laat je zien dat je alles aankan, omdat je een bepaalde opleidingsplek wilt. Dan ben je zomaar elkaars rivalen, omdat er maar beperkte plekken zijn. Dat blijft wel een probleem, maar dit geldt gelukkig niet voor alle ziekenhuizen.”