Het vaccin van AstraZeneca zal in eerste instantie worden ingezet voor zowel mensen van 60 tot en met 64 jaar als werknemers in de langdurige zorg. Dat heeft coronaminister Hugo de Jonge vrijdag bekendgemaakt.
De Gezondheidsraad adviseerde donderdag het vaccin in eerste instantie alleen voor mensen van 60 tot en met 64 jaar in te zetten.
Nederland verwacht in het eerste kwartaal zo'n 1,5 miljoen vaccins van AstraZeneca te ontvangen. De Jonge denkt daarmee de mensen van 60 tot en met 64 jaar en werknemers in bijvoorbeeld de verpleeghuizen en de thuiszorg te kunnen bedienen. Deze groepen "parallel" inenten gaat wel februari en maart in beslag nemen, aldus de minister, met mogelijk een kleine uitloop in april.
Veel hangt af van de leveringen door de farmaceut. De eerste 80.000 doses kwamen vrijdag binnen, in heel februari komen er 670.000. De Jonge verwacht in maart "minstens" evenveel, maar gesprekken met AstraZeneca lopen nog om dat aantal omhoog te krijgen.
Doordat er uit een flacon niet tien maar elf doses kunnen worden gehaald, verwacht De Jonge genoeg te hebben voor de medewerkers in de langdurige zorg, iets minder dan 500.000 mensen, en de ruim één miljoen Nederlanders van 60 tot en met 64 jaar.
De Jonge vindt het belangrijk om zijn afspraak met de werknemers in de langdurige zorg na te komen. Die mensen gaan het waarschijnlijk weer zwaar krijgen tijdens de derde golf die er volgens experts aan komt. Tegelijkertijd wil hij ook de mensen van 60 tot en met 64 jaar meenemen, omdat die een groot risico lopen ernstig ziek te worden na een coronabesmetting.