Het was beter geweest als de Tweede Kamer zelf de Nederlandse steun aan de Amerikaanse inval in Irak in 2003 had onderzocht. Oud-premier Jan-Peter Balkenende (CDA), die zich lang verzette tegen zo'n parlementaire enquête, vindt het bij nader inzien jammer dat die er niet is gekomen.
Het demissionaire kabinet-Balkenende I verleende destijds 'politieke steun' aan de invasie en hield vol dat het volkenrecht die toeliet. Onder zware druk en na allerlei onthullingen die daarover twijfel zaaiden, liet de toenmalige premier het kabinetsbesluit uiteindelijk onderzoeken door een onafhankelijke commissie. De oppositie bleef tevergeefs een parlementaire enquête eisen.
Balkenende geeft de oppositie achteraf gelijk, zei hij in de politieke radiotalkshow Kamerbreed. De drempel om tegen een enquêtecommissie te liegen is hoger, want dat is meineed.
De oud-premier blikte in Kamerbreed bij hoge uitzondering terug op zijn ambtsperiode. Met commentaar op zijn opvolgers is hij nog minder kwistig, zei hij. Wel hield hij een pleidooi voor verdere Europese samenwerking, als kanttekening bij de kritische noten die het CDA tegenwoordig over de Europese Unie kraakt. Verdere integratie in het energie- en vluchtelingenbeleid en het milieuvriendelijker maken van de economie is nodig, zei Balkenende.
Het vergroenen van de economie heeft de oud-premier sowieso gegrepen. Het nieuwe kabinet, waarvan het CDA weer deel uitmaakt, mag op dat vlak ,,nog wel een tandje bijzetten'', zei hij.