Bedrijfsartsen en arbodiensten vrezen dat ze bij het nieuwe beleid rond tests op het nieuwe coronavirus buitenspel worden gezet. Daarmee neemt volgens hen het risico toe dat op de werkvloer nieuwe besmettingshaarden ontstaan. In een brief aan minister Hugo de Jonge uiten ze hun zorgen.
Vanaf 1 juni kan iedereen zich door de GGD laten testen op het coronavirus. Daarbij is een doorverwijzing van een arts of bedrijfsarts niet langer nodig. De branchevereniging voor arbodiensten (OVAL) en de beroepsvereniging van bedrijfsartsen (NVAB) waarschuwen nu dat daarmee ook belangrijk advies van bedrijfsartsen wegvalt als werknemers positief testen op het longvirus.
De rol van de bedrijfsarts of arbodienst is volgens de briefschrijvers juist onontbeerlijk, omdat zij de specifieke situatie van werknemers op het werk en thuis goed kennen. Dat is volgens hen bij GGD-afdelingen niet zo. Zonder een onderbouwd advies zou het gevaar bestaan dat werknemers te vroeg weer naar hun werk gaan en daar alsnog collega's besmetten.
"We kunnen en mogen er niet van uitgaan dat gedreven werknemers zonder deskundig advies zelf kunnen bepalen wanneer er geen gezondheidsrisico’s meer bestaan en het werk kan worden hervat", stelt OVAL-directeur Petra van de Goorbergh.
Een woordvoerster van het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport benadrukt dat de tussenstap van doorverwijzing door een arts of bedrijfsarts verdwijnt om snel te kunnen testen. Daarbij veronderstelt het ministerie dat werknemers na een positieve test twee weken thuiszitten, zoals de regels voorschrijven. "Dus als het goed is, lopen er geen zieke personen op de werkvloer."