Het kabinet, de Tweede Kamer, de Belastingdienst én de rechtsspraak hebben ervoor gezorgd dat de grondbeginselen van de rechtstaat zijn geschonden in de affaire met de kinderopvangtoeslag. Dat staat in een explosief rapport van de ondervragingscommissie van Kamerleden die het overheidsschandaal heeft onderzocht. Daarin werden tal van ouders "ten onrechte gebrandmerkt als opzettelijke fraudeurs".
Bewindspersonen en topambtenaren tuigden na politieke druk een harde fraudeaanpak op. Signalen dat deze aanpak voor sommige ouders ernstige en onterechte gevolgen had, werden jarenlang door de volledige politieke top gemist. De Belastingdienst ging ook in de fout. De commissie concludeert dat de fiscus de fraudejacht als "massaproces" aanvloog, zonder oog voor individuele gevallen.
Oud-staatssecretarissen Frans Weekers en Eric Wiebes (beiden VVD), voormalig minister Lodewijk Asscher (PvdA-leider) en premier Mark Rutte (VVD) worden specifiek genoemd als grondleggers van de fraudeaanpak. Zij sloegen allemaal onvoldoende aan op de signalen die naar boven kwamen. Ook voormalig staatssecretaris Menno Snel, vanaf oktober 2017 staatssecretaris op Financiën, vroeg niet genoeg door na berichten die hij hierover ontving. De commissie oordeelt bovendien snoeihard over de informatievoorziening vanuit het ministerie van Financiën.
Zo kon het gebeuren dat duizenden ouders onterecht als fraudeur bestempeld en behandeld werden. De meesten moesten grote bedragen aan toeslagen in korte tijd terugbetalen, soms omdat de Belastingdienst een gastouderbureau of kinderopvangbedrijf indirect in de portemonnee wilde raken.
"Ongekend onrecht", heet het rapport van de ondervragingscommissie, naar de gevolgen van de affaire voor de slachtoffers. De groepsgewijze aanpak waarmee de Belastingdienst fraudeurs te lijf wilde gaan, heeft "grove inbreuk gemaakt op het rechtstatelijke principe dat optimaal recht gedaan moet worden aan individuele situaties van mensen", zegt de commissie. Die ruimte voor individuele gevallen ontbrak ook in wetgeving, vastgesteld door beide Kamers en de kabinetten onder leiding van premier Mark Rutte.
De rechtspraak heeft op zijn beurt de harde invulling van de wet in stand gehouden door verschillende uitspraken. "Daarmee heeft de bestuursrechtspraak zijn belangrijke functie van (rechts)bescherming van individuele burgers veronachtzaamd."
De slachtoffers van deze aanpak, de toeslagenouders, "stonden machteloos tegenover machtige instituten van de rechtstaat, die hen niet de bescherming boden die zij verdienden". De manier waarop ouders zijn behandeld stond in geen verhouding tot "wat hen - veelal onterecht - door de Belastingdienst werd verweten". Het aangedane onrecht wordt nu meer onderkend, ziet de commissie. "Maar is nog niet rechtgezet. Excuses zijn gemaakt. Nu het herstel nog." Van de vele duizenden gedupeerden in beeld bij de Belastingdienst, is slechts een handjevol ouders gecompenseerd.