Belasting op baarden en vuile vingers in beeld

02 dec 2018, 10:40 Landelijk
belasting op baarden en vuile vingers in beeld
ANP
Nu veel mensen hun tuintjes betegelen en zo de waterhuishouding verstoren, wordt er steeds vaker gesproken over een 'tuintegelbelasting' om dat tegen te gaan. Sommige Duitse steden hebben die belasting al, maar in Nederland lijkt het nog toekomstmuziek. Toch loopt het Belasting & Douane Museum in Rotterdam er, ook al is het idee verklaarbaar, al op vooruit tijdens de komende expositie Bizarre Belastingen. Die gaat terug tot heffingen uit 800 voor Christus.
Toen moesten ze in Egypte badhuisbelasting betalen, vertelt samensteller Wim van Es. Vermoedelijk was dit uitsluitend een manier voor de overheid om extra inkomsten te krijgen en werden er verder geen doelen mee nagestreefd. Hetzelfde gold voor de baardbelasting die de roemruchte 16e-eeuwse Engelse koning Hendrik VIII invoerde op de lengte van baarden.
Nobeler waren de drijfveren van Peter de Grote, de Russische tsaar (1672-1725) die na een verblijf in West-Europa zijn eigen volk wat voorlijker wilde zien te krijgen met eenzelfde taks. ,,Hij wilde de baard bestrijden puur om de hygiëne. De heffing erop heeft zestig jaar bestaan, hoewel ze bijvoorbeeld een probleem was voor mensen die om religieuze redenen een baard wilden laten staan. Dat mocht dan wel, maar dan moesten ze dus betalen, van een paar kopeken voor de armen tot honderd roebel voor de rijken. Wie had betaald kon een penninkje laten zien. Daar zijn er nog vrij veel van", aldus Van Es.
De Engelsman William Pitt was premier toen zijn land in de 18e eeuw op de fles dreigde te gaan. In pure paniek voerde hij maar een belasting op klokken in. Ze werd één van de kortste belastingen ooit, vertelt Van Es: ,,Ze heeft maar negen maanden geduurd. Mensen kochten geen klokken meer en lieten kapotte exemplaren niet repareren. De hele klokkenbranche liep te hoop."
Boosheid was er in de 19e eeuw om ,,de vuile vingers van de fiscus", belastingstempels die in de rechterbovenhoek van de kranten moesten staan. ,,Die maakten wel 50 procent van de prijs van een krant uit, toen nog echt een medium voor de elite. Tegenstanders verenigden zich in een antidagbladzegelverbond, de belasting werd ingetrokken en de krantenverkoop vloog omhoog."
De tentoonstelling gaat ook over oude belastingen die we nu in een nieuwe vorm hebben, zoals de vroegere stookplaatsen- en wat latere schoorstenenbelasting, die in onze tijd zijn terugkomen als onroerendzaakbelasting.
Het museum belicht twintig 'bizarre belastingen' op de expositie, die half december begint.