De "vreemde, indringende" lucht die door bewoners in Lelystad werd geroken en reden voor de gemeente was om zaterdagavond zestien straten te ontruimen, blijkt afkomstig van een 'benzine-achtige stof' die is aangetroffen in het riool. Volgens de gemeente is dat duidelijk geworden uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van monsters die door de brandweer waren genomen.
De brandweer is in de nacht van zaterdag op zondag begonnen met het leegpompen en doorspoelen van het riool. Het opgezogen water wordt afgevoerd naar het waterzuiveringsbedrijf waar het in een depot komt, meldt de gemeente. "Naar verwachting heeft de brandweer, gezien de flinke hoeveelheid die is aangetroffen, daar enkele uren voor nodig", zegt een gemeentewoordvoerster. Als die werkzaamheden klaar zijn, wordt volgens haar opnieuw gemeten en besloten of en wanneer de ongeveer 500 geëvacueerde inwoners kunnen terugkeren. Ze verwacht dat daarover zondagmorgen een besluit valt.
Welke stof er precies is gevonden, is nog onduidelijk. "We hopen daar in de loop van de nacht meer duidelijkheid over te krijgen", aldus de gemeente.
Uit voorzorg moesten zaterdagavond zo'n 500 inwoners hun huis uit. De gemeente vroeg hen naar vrienden en familie buiten de getroffen wijk Punter te gaan. Als ze daar niet terecht konden was er tijdelijke opvang beschikbaar in de school De Rietlanden, aldus de gemeente. "Voor ongeveer 25 mensen die zich daar hadden gemeld is een overnachting geregeld bij een hotel in de stad", zei een woordvoerster eerder.
In eerste instantie werd gedacht dat het om gas ging, maar de lucht bleek uit het riool te komen.
Voor bewoners was tijdelijk opvang geregeld op scholengemeenschap De Rietlanden, in een ander deel van de stad. Een deel van de wijkbewoners ging naar familie of vrienden. Het Rode Kruis was ook aanwezig om te helpen bij de opvang. Vrijwilligers hadden bedden, stoelen en tafels neergezet en stelden de bewoners gerust, liet een woordvoerder weten. Meerdere evacués zijn besmet met het coronavirus, of zitten in quarantaine. Zij moesten afzonderlijk van de anderen worden opgevangen.
De hulpdiensten zijn met veel mensen en materieel ter plaatse. De politie heeft de omgeving afgezet en alle wegen de wijk in afgesloten. Uit voorzorg is ook de ambulance ter plaatse. Aan het begin van de avond is een NL-alert verstuurd naar de hele wijk.