Bernd van der Meulen: "Voer een krachtig beleid op het versterken van de volksgezondheid"

22 mrt 2021, 8:32 Landelijk
bernd
Purabi Bose
Hoe komt het dat er het afgelopen jaar alleen maar aandacht is geweest voor het bestrijden van corona en niet voor preventie en levensstijl? Onze minister van volksgezondheid heet inmiddels de coronaminister. Hoe zit het met de gezondheid van het volk? Ik legde deze vraag voor aan hoogleraar levensmiddelenrecht en zelfstandig consultant Bernd van der Meulen voor de rubriek Een ander geluid. “Vanaf het begin van de coronacrisis was het al vrij snel duidelijk dat COVID selectief is en het dus niet zo is dat iedereen opeens ernstig slachtoffer zal worden.”
We zijn toch een beetje in een tunnel geraakt met één visie op het probleem en één visie op de oplossing, aldus Bernd. Het was volgens hem nodig geweest om deze visie vanaf het begin breder te trekken om zo een veerkrachtigere samenleving te hebben. Hoe staat het er volgens hem voor met de veerkracht van de samenleving? “In belangrijke mate zijn we veerkrachtig als ik zie hoeveel mensen na een coronabesmetting niet ernstig ziek worden (98 procent). Dan zit er wel iets goed aan de gemiddelde staat van de gezondheid van mensen. Het zijn vooral mensen met onderliggende problematiek die slachtoffer worden, de bekende risicogroepen. Dat heeft onder meer te maken met leeftijd, overgewicht en nog een aantal andere problemen. Daaruit kan je al snel de conclusie trekken dat het ernstige ziek worden en het overlijden na corona telkens twee oorzaken heeft. Oorzaak één is het virus en de andere oorzaak ligt bij de mens zelf. Als er twee oorzaken zijn, dan heb je ook twee mogelijkheden voor oplossingen.”

"Iedereen die een besmetting oploopt en niet ernstig ziek wordt, is winst"

Het stevige beleid dat wordt gevoerd ligt al het hele jaar aan de kant van het virus en de mogelijkheid om ook aan de andere oorzaak te werken, heeft het kabinet laten liggen. “Neem het voorbeeld van overgewicht. Dat is voor veel mensen moeilijk om daar zonder hulp vanaf te komen. Maar als ik dan hoor dat een kwart van de bevolking het afgelopen jaar zo’n vijf a zes kilo is aangekomen, is dat natuurlijk niet bevorderlijk. Als je daar een beleidsprioriteit van had gemaakt en je dus op het afvallen had gefocust, was de risicoverdeling in de samenleving al heel anders geweest. Iedereen die een besmetting oploopt en niet ernstig ziek wordt, is winst. Dat geldt vooral voor het individu, maar ook voor de samenleving als geheel.”
Het ontbreekt volgens Bernd aan wetenschappelijke nieuwsgierigheid en te weinig bewustzijn op de factor mens. “We zijn erg nieuwsgierig geweest naar wat het virus doet met mensen die ernstig ziek worden, maar diezelfde nieuwsgierigheid hebben we niet losgelaten op de vraag: hoe komt het nou dat zoveel mensen juist niet ernstig ziek worden? Als je dat beter begrijpt, kan je daar vervolgens naar handelen. Een duidelijk etiket dat boven de markt hangt is het woord ‘weerstand’. Blijkbaar hebben de mensen die niet ziek worden op de een of andere manier een betere weerstand. Waarin verschillen de mensen die niet ernstig ziek worden van de mensen die dat wel worden?”
Naast overgewicht lopen ook mensen met hart- en vaatziektes het risico om ernstig ziek te worden door corona. Ook daar liggen verbindingen met voeding, aldus Bernd. “Zou het kunnen dat een goede weerstand van mensen te maken heeft met een goede voedingsstatus? De Gezondheidsraad heeft acht richtlijnen gezonde voeding geformuleerd en het RIVM heeft onderzoek gedaan in welke mate deze richtlijnen worden nageleefd. Er is er eentje die door meer dan de helft van bevolking wordt nageleefd en dat is de richtlijn die zegt dat het niet nodig is om voedingssupplementen te nemen. Naar het advies om voldoende groente en fruit te eten wordt door minder dan twintig procent van de bevolking geluisterd. Het overgrote deel van de bevolking houdt zich niet aan de richtlijnen. Dat is een belangrijk gegeven, want dan hebben we wellicht te maken met een chronische kwalitatieve ondervoeding en de huidige ziektecijfers die gerelateerd zijn aan leefstijl en voeding bevestigen dit. Meer dan een miljoen Nederlanders heeft diabetes, meer dan anderhalf miljoen hart- en vaatziekten. 12 procent van de kinderen heeft bloedarmoede, 14% van de Nederlanders heeft obesitas, de helft heeft overgewicht.”

Ben ik wel gezond?

Er had volgens hem met dezelfde daadkracht en urgentie, zoals die voor de avondklok en de mondkapjes, begeleiding mogen zijn voor mensen in wat ze zelf kunnen doen om zich beter voor te bereiden op een situatie waarin je ziek kunt worden. ‘Ik heb hier niets over gehoord tijdens de persconferenties. En dan wil ik nog even terugkomen op die richtlijn over supplementen. Dat is een niet doen regel. Maar als er problemen zijn met de voeding wat zou kunnen leiden tot tekorten, dan mag dit ook leiden tot de belangrijke vraag: kunnen we dit aanvullen? Op allerlei momenten in de crisis zijn er bedrijven geweest die producten op de markt hebben gebracht met de belofte dat ze helpen bij COVID zoals vitamine C en D. Daar zijn reacties op gekomen vanuit de Europese Commissie en de NVWA, waarin beweerd wordt dat er geen middelen tegen COVID zijn en dat voedingssuppletie niet nodig is. Gezond eten, voldoende beweging en slaap is voldoende. Dat is goed advies voor mensen die al gezond zijn, maar als we daar alle ziektecijfers naast leggen, dan hebben heel veel mensen een reden om zichzelf de vraag te stellen: ben ik wel gezond? Heb ik met mijn magnetronmaatlijden mijzelf jarenlang tekort gedaan en kan ik daar iets aan doen? Liefst snel? Dit is een vraag die een gefundeerder antwoord verdient dan alleen: eet gezond, beweeg genoeg in de gesloten sportscholen en slaap voldoende, terwijl veel mensen sowieso al slaapproblemen hebben en nu ook nog eens extra veel stress en zorgen. Dit had al een jaar geleden anders gemoeten en dat moet het nog steeds. De zorgen over voeding, overgewicht en ga zo maar door zijn niet nieuw. Die staan al pakweg anderhalf decennium op de agenda, maar die zijn het afgelopen jaar volledig naar de achtergrond geraakt.”
Hugo de Jonge heeft als functie minister van volksgezondheid, maar daar hebben we hem niet over gehoord het afgelopen jaar. Wat verstaan we daar eigenlijk onder: volksgezondheid? “Die vraag moet je aan hem stellen. Hij heeft natuurlijk een handicap in de zin dat hij zelf niet een inhoudsdeskundige is, dus geen arts, en geen gezondheid- of zorgachtergrond heeft. Hij is dus volledig afhankelijk van advies van buitenaf. Vanaf het begin hebben we een Pavlov reactie gezien: we hebben een virus probleem, dus vragen wij advies aan virologen. Als je de vraag niet aan andere mensen stelt met relevante expertise zoals immunologen, dan hoor je die kant van het verhaal niet en voeg je hun inzichten dus ook niet toe aan het beleid. Om van psychologen en economen maar helemaal te zwijgen. Daar komt bij dat het lastig is om een open inhoudelijk debat te voeren. We zijn elkaar over en weer enorm gaan framen. De beleidsmakers worden verdacht van oneigenlijke financiële belangen, de mensen die kritiek leveren worden weggezet als wappies en virusontkenners en iemand als Maurice de Hond die minutieus cijfers analyseert, krijgt nooit antwoord of weerwoord op zijn analyses en wordt ook weer in een hokje gestopt. Als we het verleren om naar elkaar te luisteren, dan hoor je elkaar ook niet. Dan blijven de bijdragen en creatieve ideeën van anderen onderbelicht en daarmee doen we onszelf als samenleving en als beleid vanuit een oogpunt van coherentie tekort.”

Het immuunsysteem ondersteunen

Om nog terug te komen op de voedingssupplementen. Wat is jouw visie hierop? “Volgens de The European Food Safety Authority (EFSA) is voor twaalf nutriënten aangetoond dat zij het immuunsysteem ondersteunen. Waarom zou je er dan niet voor zorgen dat je hiervan voldoende binnenkrijgt? Dit zijn de vitamines A, C, D, B6, B12 en foliumzuur en de mineralen zink, ijzer, selenium en koper. Hier is nul aandacht voor. Als we kijken naar de COVID-cijfers, dan doet het immuunsysteem het blijkbaar bij veel mensen behoorlijk goed. Dan wil je toch weten hoe dat werkt en waarom dat zo goed gaat? De huidige maatregelen stimuleren mensen om vooral binnen stil te zitten. Dit zitten stimuleert tot eten, zorgen stimuleren een depressie en dat zie je ook. Het gaat met best veel mensen niet goed. Veel ondernemers mogen hun beroep niet uitoefenen. Dat heeft een impact op zowel je persoonlijke vervulling als economisch. Er zijn het afgelopen jaar minder faillissementen geweest, zo’n 500 minder dan in 2019 maar dan moet het CBS er ook bij vertellen dat 32.000 bedrijven meer dan in 2019 het niet op een faillissement hebben laten aankomen en er zelf voor gekozen hebben om ermee op te houden.”
Als er in talkshows, in het nieuws en tijdens persconferenties heel concreet verteld wordt dat we 1,5 meter afstand moeten houden, dan kan je toch net zo concreet vertellen dat we elke dag zoveel kilometer moeten lopen of fietsen en dat we die en die groentes moeten eten?, aldus Bernd. “Vanuit het huidige beleid wordt elke stap voorgeschreven die we wel of niet mogen zetten. Als je daar zo concreet kan worden, dan moet je dat ook kunnen op het gezondheids- en weerstandsbeleid. Vanaf week één was de lange termijn focus gericht op vaccinatie en daarmee was de aandacht voor alle andere punten die ook belangrijk waren, volledig weg. Waarom is dat zo? “Dat is voor mij onbegrijpelijk. Het is toch een open deur en nog een vrij grote ook. Ik kan me alleen maar voorstellen dat het kabinet met de rug naar die open deur toe staat en de andere kant opkijkt. Er moet een reden zijn, maar ik ga niet speculeren. Er gebeuren dingen waar ik met verbazing naar kijk. We zullen moeten leren leven met het virus en dit heeft gevolgen voor de organisatie van de zorg en de samenleving. Wat mij betreft doen we dit in een samenleving die zo gezond mogelijk is om het virus en andere bedreigingen voor de gezondheid op te kunnen vangen in plaats van in een samenleving die in gesloten hokjes uit elkaar valt.”
Concreet vraagt hij drie dingen van het kabinet. 1) Laat onderzoek doen naar de vraag in welke opzichten de weerstand van de risicogroepen is verminderd in vergelijking met mensen die niet ernstig ziek worden; 2) Laat onderzoeken wat daaraan is te doen. 3) Voer een krachtig beleid op het versterken van de volksgezondheid.