De bescherming van cultureel erfgoed tegen verkoop naar het buitenland schiet tekort. Dat concludeert de commissie-Pechtold, die onderzoek deed na de commotie over de verkoop van een tekening van Peter Paul Rubens door prinses Christina. Kunstliefhebbers waren boos omdat het werk niet eerst aan Nederlandse musea was aangeboden.
Nederland heeft in principe genoeg regels om zijn erfgoed te behouden. In de praktijk is er echter "onvoldoende aandacht" voor de toepassing ervan. Het ontbreekt aan visie op wat thuishoort in de Collectie Nederland, de vaderlandse kunstcollectie. De commissie roept de cultuurminister op een actiever en duidelijker beleid te voeren "om te voorkomen dat waardevolle cultuurgoederen en verzamelingen voor Nederland verloren gaan".
"Dit advies gaat niet over de vraag of de verkoop van de tekening van Rubens voorkomen had moeten worden", aldus de commissie. "Wel geeft het advies een antwoord op de vraag hoe de commotie rond dergelijke situaties in de toekomst voorkomen kan worden. De commotie ontstond doordat er zoveel vragen werden opgeworpen waar geen duidelijk antwoord op te geven was."
De vraag of de Rubens voor Nederland behouden had moeten blijven "werd niet tijdig en niet zorgvuldig genoeg beantwoord door de overheid - ten onrechte, en niet voor het eerst. Een vergelijkbare onrust ontstond eerder rond de verkoop van het schilderij 'Boschbrand’ van Raden Saleh in 2014 door het Koninklijk Huis", schrijft de commissie. "De maatschappelijke onrust rond deze werken was niet ontstaan als er een duidelijke visie over de Collectie Nederland had bestaan."
De minister kwam uiteindelijk nog met budget op de proppen voor de (vergeefse) poging tot aankoop. Ze erkende dus wel het belang van het kunstwerk voor Nederland, maar als ze eerder minder terughoudend was geweest, had er zorgvuldiger met de kwestie kunnen worden omgesprongen.
De commissie pleit voor een heldere visie op wat behouden moet blijven en een bewuster beleid voor het definitief aanwijzen daarvan. Een onafhankelijke deskundigencommissie moet hierover adviseren. Deze kan ook een tegenprestatie voorstellen voor eigenaren van wie bezittingen als cultureel erfgoed worden bestempeld.