De regeling van het Rijk die het boeren mogelijk moet maken te stoppen met hun bedrijf is mogelijk oneerlijk voor boeren in Limburg, zegt een woordvoerster van provinciebestuurder Geert Gabriëls na berichtgeving van De Limburger. De meest gunstige variant van de regeling, die het verleidelijk moet maken voor zogenoemde piekbelasters om te stoppen, is voor relatief veel boeren in Limburg mogelijk geen optie.
De precieze voorwaarden voor de regeling worden pas deze zomer bekendgemaakt, maar Gabriëls spreekt er via zijn woordvoerster nu al zijn zorgen over uit. Een van de voorwaarden om het hoogste uitkoopbedrag te ontvangen als boer wordt mogelijk de locatie van het bedrijf: boeren die dicht bij een groot en kwetsbaar natuurgebied zitten, zouden om te stoppen 120 procent van de marktwaarde van hun bedrijf krijgen. Boeren die weliswaar ook veel uitstoten maar bij een kleiner natuurgebied zitten zouden 100 procent krijgen.
Voor Limburgse boeren pakt dat onvoordelig uit, aldus de woordvoerster. In die provincie liggen vooral veel kleinere van zulke natuurgebieden. "Dan kan dus de situatie ontstaan dat een boer met maar vijftig koeien nabij de Veluwe 120 procent van de marktwaarde krijgt als hij stopt en een boer in Limburg met tweehonderd koeien krijgt 100 procent." Ook dat laatste bedrag noemt ze overigens "heel mooi".
In Limburg moet relatief veel stikstofuitstoot worden geminderd, legt ze uit. Een deel van de boeren is al van plan te stoppen, maar er zijn ook boeren die nog niet zo goed weten wat ze gaan doen. Gabriëls' woordvoerster spreekt van "een soort ongelijkheid" die kan ontstaan. "En dat is toch best raar."
Landbouworganisatie LTO kan nog niet zeggen of in meer regio's veel boeren rekening moeten houden met ongunstige regelingen. "Ook wij wachten nog op de uitwerking van de stoppersregelingen", aldus een woordvoerster.
LTO vindt dat er snel duidelijkheid moet komen over de regelingen, zodat de boeren daarnaar kunnen handelen. De woordvoerster wijst erop dat LTO ook al heeft aangegeven dat alle regelingen voor boeren tegelijkertijd opengesteld moeten worden. Daarbij gaat het om boeren die stoppen, innoveren, verplaatsen of kiezen voor het zogeheten extensiveren, het houden van minder dieren per hectare. "En voor boeren moet helder zijn wat voor perspectief er is op een locatie als ze niet meedoen. Het is zeer onwenselijk als dit niet het geval is, want dan kunnen boeren geen geïnformeerde en afgewogen keuze maken over de toekomst van hun bedrijf."