De Raad van State gaat zich buigen over de vraag of de overheid terecht een gebiedsverbod heeft opgelegd aan de omstreden imam Fawaz Jneid. De orthodox islamitische prediker mag niet in de Schilderswijk en Transvaal in Den Haag komen en hij vindt dat hij hierdoor in zijn grondrechten wordt geschaad. De hoogste bestuursrechter worstelt met de materie, gaf een van de drie rechters aan het eind van de zitting aan.
De minister van Justitie en Veiligheid wil niet dat de imam in de twee wijken komt, omdat hier veel kwetsbare jongeren wonen die vatbaar zijn voor radicalisering. Uit de preken van Jneid valt af leiden dat voor individuen een gewelddadige strijd ,,acceptabel of zelfs noodzakelijk'' zou zijn om de islam te verdedigen, zei landsadvocaat Cécile Bitter. De imam zou ook contact hebben gehad met uitreizigers naar Syrië.
Maar de raadsman van Jneid, Ümit Arslan, benadrukte dat een gebiedsverbod is opgelegd voor iets wat niet strafbaar is. Het zou de overheid gaan om gedragingen die terroristische activiteiten ondersteunen, zei Arslan, maar de grond hiervoor ,,bulkt van de aannames en vage veronderstellingen.'' Volgens hem worden de vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting met voeten getreden en is er ook sprake van censuur en discriminatie.
Landsadvocaat Bitter ontkende dat de imam in zijn godsdienstvrijheid of meningsuiting wordt beperkt, omdat hij die gewoon nog elders en via andere kanalen kan uiten. Het gaat erom dat de imam jongeren in deze wijken, op wie hij zich vooral richt, niet meer op een directe manier kan bewerken tijdens bijeenkomsten, aldus Bitter.