De eerste vaccinatie tegen het coronavirus in Nederland vindt plaats op 8 januari, mits het Europees geneesmiddelenbureau EMA het vaccin van Pfizer en BioNTech volgende week goedkeurt. Dat meldt zorgminister Hugo de Jonge aan de Tweede Kamer. Onder druk van de Kamer kwam de minister met deze informatie over de brug. De Tweede Kamer gaat er donderdagavond, op de laatste Kamerdag voor het reces, nog over debatteren.
Volgens de minister is dit de snelst haalbare planning van de GGD en het RIVM, die zorgvuldig, veilig en verantwoord is. "Uiteindelijk is een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad ons doel. Dat bereiken we alleen als mensen vertrouwen hebben in het vaccin en in het proces van vaccinatie", schrijft De Jonge.
Maandag 21 december besluit de EMA over de goedkeuring van het nieuwe vaccin, twee dagen later zal de Europese Commissie het besluit over de markttoelating nemen. Een dag later brengt de Gezondheidsraad een spoedadvies uit over de inzet van het vaccin bij de verschillende doelgroepen.
Vanaf 4 januari wordt de eerste groep uitgenodigd met een oproep. Het gaat om medewerkers van verpleeghuizen, gehandicaptenzorg en wijkverpleging. Uiterlijk maandag 11 januari zal de GGD op drie locaties gaan vaccineren. Dat is op 18 januari uitgebreid naar 25 centrale locaties. Mensen krijgen twee prikken met een tussenperiode van drie weken. Er wordt 7 dagen per week gevaccineerd.
Het tijdschema is volgens de Jonge het snelst mogelijke, omdat veel stappen pas gezet kunnen worden als de informatie vanuit de EMA bij de goedkeuring binnen is. De eerste 500.000 doses worden naar verwachting nog dit jaar geleverd, aldus De Jonge.
Tussen nu en 4 januari moet er volgens de minister nog aan alle zorgvuldigheidseisen worden voldaan voordat echt het startschot kan worden gegeven met de eerste vaccinaties.
"De informatie vanuit EMA, CBG en Gezondheidsraad ten aanzien van eventuele bijwerkingen en contra-indicaties (specifieke medische situaties waarin het vaccin wordt afgeraden) moet worden verwerkt in een medische richtlijn van het RIVM, IT-systemen en in de belscripts die de medewerkers van het GGD-callcenter gaan hanteren en die de medewerkers op de priklocatie gebruiken. Ook worden eerst alle systemen van de GGD getest", schrijft De Jonge.
De Kamer krijgt volgende week meer informatie van de minister over de uitwerking van deze stappe