Als er geen wolken hangen, zijn er in de nacht van donderdag op vrijdag uitzonderlijk veel vallende sterren te zien. Op het hoogtepunt schieten ongeveer 130 meteoren per uur langs de hemel, oftewel zo'n twee per minuut. De laatste keer dat er zo veel vallende sterren te zien waren, was in 1976. De eerstvolgende keren zijn in 2085 en 2128, zegt sterrenkundige Marc van der Sluys.
Wie de vallende sterren wil zien, kan het beste vrijdagochtend rond 06.30 uur naar het oosten kijken. De hemel is erg donker doordat de maan en de zon niet storen. Dat is erg gunstig voor de vallende sterren.
De meteoren heten de Boötiden. Het lijkt of ze uit het sterrenbeeld Ossenhoeder (Latijnse naam Boötes) komen, maar in werkelijkheid zijn het minieme deeltjes stof en gruis. Die zijn waarschijnlijk van een planetoïde. Elk jaar begin januari trekt de aarde door die stofwolk. Als de deeltjes in de dampkring terechtkomen, verdampen ze. Dat zien wij als een lichtspoor aan de hemel. Dat spoor wordt een vallende ster of meteoor genoemd.