De veelbesproken Blankenburgtunnel ten westen van Rotterdam mag worden aangelegd. Bezwaren van diverse milieuorganisaties, waaronder Natuurmonumenten, en omwonenden werden woensdag door de Raad van State ongegrond verklaard.
Door de uitspraak kan Rijkswaterstaat beginnen met de aanleg van de autosnelweg tussen de A20 bij Vlaardingen en de A15 bij Rozenburg. Behalve de Blankenburgtunnel onder de Nieuwe Waterweg krijgt de verbinding op de noordzijde ook een landtunnel van ruim 500 meter. Er komen drie rijstroken in elke richting. De aanleg start in september 2018 en wordt uiterlijk 2024 opengesteld.
Omwonenden en milieuorganisaties vrezen voor geluidsoverlast en milieuvervuiling. Volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is de nieuwe verbinding van groot belang voor de zuidelijke Randstad en wordt de bereikbaarheid van de Rotterdamse regio ermee gegarandeerd. Ook moet deze de economische groei in het gebied stimuleren.
Minister Cora van Nieuwenhuizen is blij met de uitspraak: ,,De Blankenburgverbinding is belangrijk voor de haven en belangrijk voor de doorstroming van het verkeer in deze drukke regio. Mooi dat we aan de slag kunnen om deze nieuwe wegverbinding aan te leggen."
De bezwaarmakers zijn teleurgesteld over het besluit, zegt een woordvoerster. ,,We hadden gehoopt dat de Raad van State mee zou gaan met onze kritiekpunten. Door dit besluit kunnen de machines van stal en komen er zes banen asfalt dwars door natuurhistorisch gebied. Ook flink meer luchtvervuiling dus."
Het Havenbedrijf Rotterdam verwelkomt het besluit van de Raad van State. ,,Naast de Botlektunnel krijgt de Rotterdamse haven nu een tweede ontsluiting van het havengebied via de weg. Het havengebied zal daardoor niet louter afhankelijk meer zijn van de Botlektunnel en bovendien zal de Beneluxtunnel worden ontlast", aldus bestuurder Ronald Paul.
Ondernemersorganisatie Evofenedex reageert verheugd op het besluit. Volgens de organisatie is de realisatie noodzakelijk om de aan- en afvoer van goederen van en naar de stad en de haven ook in de toekomst werkbaar te houden.