De virusziekte blauwtong breidt zich snel uit onder schapen en ook onder runderen. Uit een overzicht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA blijkt dat de ziekte deze week al op 319 bedrijven is vastgesteld. Blauwtong dook begin deze maand voor het eerst op bij vier bedrijven in Wijdemeren (Noord-Holland) en Stichtse Vecht (Utrecht). Landbouworganisatie LTO Nederland noemt de situatie zorgelijk.
Blauwtong kwam in Nederland voor het eerst voor in 2006. Het duurde toen tot 2008 voor de dierenziekte weer uit Nederland verdwenen was, aldus Wageningen Bioveterinary Research, een onderdeel van de Wageningse universiteit dat monsters van mogelijk met blauwtong besmette dieren test. De ziekte wordt overgebracht door knutten (kleine mugjes). Blauwtong is niet besmettelijk onder dieren en niet overdraagbaar naar de mens. Veel dieren overleven de ziekte niet.
Bij LTO zijn volgens Jeanette van de Ven, portefeuillehouder Gezonde Dieren, al meer dan vierhonderd meldingen van uitbraken binnengekomen. Daaronder zijn steeds meer runderbedrijven. LTO wil dat er zo snel mogelijk een veilig vaccin komt. Het ministerie van Landbouw onderzoekt op dit moment of er in landen buiten Europa zo'n vaccin bestaat tegen het type blauwtong dat nu in Nederland heerst. Demissionair landbouwminister Piet Adema verwacht op basis van onderzoek door de Gezondheidsdienst voor Dieren Royal GD dat heel Nederland al voor de winter besmet zal zijn en dat de infectie er na de winter nog is, omdat knutten mildere winters kunnen overleven, schreef hij in een brief aan de Tweede Kamer.
Blauwtongbesmettingen doen zich tot nu toe vooral voor in Noord-Holland en Midden-Nederland, waar ook de eerste uitbraken waren. Zo zijn een kudde heideschapen en enkele runderen van het Goois Natuurreservaat in Hilversum besmet. Er zijn ook uitbraken in Flevoland en langs de Randmeren in Gelderland. Enkelen gevallen zijn vastgesteld in Overijssel, Friesland en Drenthe. De NVWA neemt monsters in nieuwe gebieden om de verspreiding van de besmettingen in de gaten te houden. LTO ondersteunt getroffen veehouders, want die moeten deels zelf opdraaien voor de kosten die ontstaan door een uitbraak.