Bijna vijf jaar na het neerhalen van vlucht MH17 bezoekt minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) woensdag en donderdag Australië en Maleisië. Dat zijn de twee landen die na Nederland de meeste slachtoffers te betreuren hadden bij de ramp. Het vliegtuig werd neergehaald met een Buk-raket van het Russische leger boven het oosten van Oekraïne, concludeerde het Joint Investigation Team (JIT) eerder.
Blok spreekt met nabestaanden van slachtoffers, legt een krans bij het MH17-monument in de Australische hoofdstad Canberra en spreekt met medewerkers van vliegmaatschappij Malaysia Airlines. Bij de ramp op 17 juli 2014 kwamen alle 298 inzittenden om, onder wie 196 Nederlanders. ,,Een triest jubileum dat ons met de neus op de feiten drukt", aldus Blok.
Verder spreekt hij met zijn ambtgenoten over het internationaal strafrechtelijk onderzoek naar de gebeurtenis. Ook de aansprakelijkheidsstelling van Rusland door Nederland en Australië komt aan de orde. Begin vorige maand zei Blok te verwachten dat binnenkort met Moskou hierover formele onderhandelingen zouden beginnen.
Het is nog steeds onduidelijk wanneer er een rechtszaak begint. Het Joint Investigation Team, dat onderzoek doet naar de MH17-ramp, liet vorig jaar mei bij de presentatie van zijn onderzoeksbevindingen weten dat de rechtszaak ,,waarschijnlijk" binnen vijf jaar van start kan.
,,Ik benadruk: we rusten niet tot we de waarheid rond het neerhalen van vlucht MH17 boven tafel hebben en er gerechtigheid is voor de slachtoffers en hun nabestaanden. Om deze doelen te bereiken is de samenwerking met onze partners, zoals Maleisië en Australië, van groot belang", laat Blok weten.