Boeren voelen grote afstand tot Den Haag in gesprek met Rutte

Premier Mark Rutte is maandag in gesprek gegaan met boeren uit Limburg bij een veehouder in de gemeente Leudal, tussen Weert en Roermond. De boeren gaven in het gesprek aan een grote afstand te voelen tussen politiek Den Haag en het platteland. Rutte noemt die kritiek terecht.

"Ze staan niet in de praktijk", zegt boer Thieu Bongers over politici in Den Haag. "Ze hebben geen kennis van zaken uit de praktijk", voegt zijn vrouw daaraan toe. Rutte kwam op de veehouderij van Bongers praten met boeren uit de regio. Volgens collega-melkveehouder Leon Lacroix is van een papieren werkelijkheid niet eens sprake in Den Haag: "Dat ís tenminste nog een werkelijkheid."

Rutte begrijpt "totaal" dat er een kloof wordt gevoeld. Maar waar dat aan ligt "kan ik zo snel niet analyseren", aldus de premier. "Het belangrijkste is dat die gesprekken nu op gang zijn." Hij sprak vorige week al met kritische boeren in Leusden. Na de zomerstop van het parlement gaat het kabinet onder leiding van Johan Remkes in gesprek met boerenorganisaties, zo is het idee, hoewel veel agrarische clubs niet met Remkes om de tafel willen.

Thieu Bongers, ook gemeenteraadslid van het CDA, sprak van een "positief gesprek, maar wat ermee gaat gebeuren is de vraag". Karin Bongers noemde het "fijn" dat ze haar frustraties kon uiten tegenover de minister-president. Bongers heeft 120 koeien en doet ook aan natuurbeheer. Hij vindt dat het kabinet het stikstofprobleem over de boeren heeft "uitgestort", terwijl hij graag deel van de oplossing had willen zijn.

De boeren waren onder meer ontstemd over de stikstofkaart, waarop per gebied staat met welke hoeveelheid de stikstof omlaag zou moeten. Provincies krijgen een jaar de tijd om dit in te vullen, en krijgen ruimte van Den Haag. Maar veel boeren met een boerderij in gebieden met een hoog verminderingsdoel, vrezen door die stikstofkaart voor hun toekomst.

"Ik verdedig het", zegt Rutte over het stikstofkaartje. "Je moet een startpunt hebben." Maar hij erkent dat het kabinet beter had moeten communiceren dat het beleid per gebied niet vaststaat.