Boeren vrezen dat Europese mestregels waar ze de komende jaren aan moeten voldoen grote gevolgen zullen krijgen voor de sector. Boerenorganisatie LTO vindt dat de Nederlandse overheid terug moet naar Brussel "om daar met de vuist op tafel te slaan en nog steviger te onderhandelen" over de zogeheten derogatieregels.
Vanaf 2026 wordt geen uitzondering meer gemaakt voor Nederlandse boeren. Die mogen al jaren meer dierlijke mest uitrijden op het land dan collega's in andere EU-landen, mits dat niet nadelig uitpakt voor de waterkwaliteit. Daar komt echter een einde aan, omdat de waterkwaliteit op veel plekken in Nederland ondermaats is.
Uit conceptdocumenten van de Europese Commissie blijkt in welke stappen de zogeheten derogatie de komende jaren wordt afgebouwd. Voor "verontreinigde gebieden", waar de waterkwaliteit niet goed is, geldt vanaf dit jaar al een strengere norm dan voor niet-verontreinigde gebieden. In die laatste gebieden geldt dit jaar een norm van 250 kilo nitraat per hectare. In 2026 mag dat nog maar 170 kilo per hectare zijn.
De regels moeten nog officieel moeten worden vastgesteld, maar het zogeheten Nitraatcomité dat er inhoudelijk naar kijkt is er al mee akkoord. LTO Nederland noemt het "een hard gelag voor de sector". Volgens de agrarische organisatie krijgt het verdienvermogen van boeren "een grote klap te verduren". Er zou ook meer administratieve rompslomp bij de nieuwe regels komen kijken.
Volgens LTO is ook niet goed duidelijk welke gebieden nu precies als verontreinigd worden beschouwd. "Dat is volstrekt onwerkbaar. De eerste gewassen voor volgend teeltseizoen zijn alweer gezaaid", aldus de organisatie. Die pleit ervoor om 2023 sowieso aan te merken als overgangsjaar.