Bij Kamerdebatten mag het best schuren, zolang parlementariërs netjes blijven, vindt Martin Bosma van de PVV. Donderdag stemt de Tweede Kamer of hij of Tom van der Lee (GroenLinks-PvdA) de nieuwe voorzitter wordt van het parlement. Vooral Bosma kreeg veel kritische vragen, omdat zijn partij zich de afgelopen jaren vaak negatief heeft uitgelaten over de rechterlijke macht en het parlement.
Bosma vindt de Tweede Kamer geen nepparlement, zoals zijn partijleider Geert Wilders ooit zei. Maar de kandidaat-voorzitter vindt wel dat Kamerleden dit moeten kunnen zeggen. "Er moet ruimte zijn voor alle criticasters als dat voortkomt uit een mandaat van de kiezer", vindt Bosma. Dat betekent volgens de PVV'er niet dat mensen alles kunnen zeggen. De typering extreemrechts - die DENK onlangs nog gaf aan de PVV - vindt hij bijvoorbeeld niet kunnen. Dat vindt hij "in wezen een nazivergelijking".
Joost Sneller (D66) vroeg Bosma wat hij ervan vindt om een staatssecretaris "stasisecretaris" te noemen. "Vind ik wel speels, ik had het zelf verzonnen kunnen hebben", zegt Bosma. De PVV'er gebruikte deze term zelf deze zomer in een debat met de inmiddels vertrokken staatssecretaris Gunay Uslu (Media) over mogelijke sancties tegen de omroep Ongehoord Nederland.
Een deel van de verantwoordelijkheid voor fatsoensnormen ligt wat Bosma betreft bij Kamerleden zelf. Als de Kamervoorzitter geen aanleiding ziet om in te grijpen, staat het parlementariërs vrij om elkaar aan te spreken. Als voorzitter belooft Bosma "boven de partijen" te staan en neutraal te zijn. "Dat is onze traditie."
Verder wil de PVV'er de invloed van lobbyisten inperken. "Want dat ondermijnt onze geloofwaardigheid als Tweede Kamer." Ook belooft hij dat om 23.00 uur "het licht uit gaat" in de Tweede Kamer. Dat noemt hij de regel van de "guillotine".