Gemeenten die het afsteken van consumentenvuurwerk helemaal verbieden, kiezen een "heel gemakkelijke oplossing" voor onderliggende problemen met de openbare orde. Een totaalverbod is niet te handhaven en gaat bovendien in tegen "verstandige afspraken" die de vuurwerkbranche op landelijk niveau met de rijksoverheid maakt.
Zo reageert de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (BPN) op het besluit van de Nijmeegse gemeenteraad om het afsteken van consumentenvuurwerk totaal te verbieden. In Rotterdam geldt al zo'n verbod, terwijl een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad er ook voor is. Apeldoorn onderzoekt of een totaalverbod haalbaar is.
De Nijmeegse fractie van GroenLinks noemt de jaarwisseling "het grootste risico-evenement van het jaar." Volgens de brancheorganisatie ligt dat niet aan het afsteken van siervuurwerk, maar aan groepen raddraaiers die zich misdragen. "Een vuurwerkverbod is symptoombestrijding. Dat is heel betreurenswaardig", aldus de woordvoerder van BPN.
Nijmegen wil het totaalverbod op het afsteken van consumentenvuurwerk voor 31 december van dit jaar opnemen in de algemeen plaatselijke verordening. Zodra het verbod daarin is opgenomen is elke knal en elke pijl in de stad verboden, met uitzondering van schertsvuurwerk zoals sterretjes en knaltouwtjes. Dat is volgens burgemeester Hubert Bruls makkelijker te handhaven dan vuurwerkvrije zones, die Nijmegen net als veel andere steden al kende. De branchevereniging gelooft daar niet in: "Het is in Nederland verboden om vuurwerk af te steken buiten de 8 uren rondom de jaarwisseling. En het lukt ook niet om daar de hand aan te houden."
BPN vindt dat gemeenten met een totaalverbod "de rijksoverheid diskwalificeren." De belangenvereniging zegt uit de voeten te kunnen met landelijke richtlijnen, maar niet met lokale afspraken die onderling ook nog weer verschillend zijn. "Zet zwaardere straffen op wat echt niet mag, zoals illegaal vuurwerk, en maak van iets leuks als siervuurwerk met oud en nieuw niet iets heel groots."