Het kabinet had geen juridische grondslag om gemeenten op te dragen om asielzoekers op te vangen. Dat schrijft de inmiddels opgevolgde staatssecretaris Ankie Broekers-Knol in antwoord op Kamervragen van het onafhankelijke Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. Ze had de zogenoemde aanwijzing, die ze op 14 december uitgaf, dan ook niet kunnen afdwingen.
"Het betreft geen aanwijzing in juridische zin en de brieven hebben dan ook geen publiekrechtelijk rechtsgevolg", schrijft Broekers-Knol. Ze heeft daar naar eigen zeggen voor gekozen vanwege "een acute noodsituatie in de opvanglocaties". Er moest snel plek gevonden worden voor 2000 mensen om te voorkomen dat zij "in tenten en gymzalen" opgevangen zouden moeten worden. Daar is Nederland internationaal toe verplicht, merkt ze op. De gemeenten hadden uit zichzelf onvoldoende opvang beschikbaar gesteld.
Volgens de Leidse hoogleraar decentrale overheden Geerten Boogaard heeft Broekers-Knol gedaan alsof ze een bevoegdheid heeft die ze eigenlijk niet heeft. Dat zal één keer werken, zegt hij in Trouw, dat als eerste over de antwoorden op de Kamervragen berichtte. "Maar daarna is het vertrouwen beschaamd."
Broekers-Knol stuurde haar antwoorden vlak voordat ze werd afgelost als staatssecretaris. Later maandag werd VVD'er Eric van der Burg op die post beëdigd. Die wilde desgevraagd nog niet op de brief van zijn voorganger reageren. "Ik heb denk ik dezelfde dingen gelezen als u heeft gelezen, maar ik heb ze wel als burger gelezen en niet als staatssecretaris met alle informatie die daarbij hoort omdat ik pas zes uur in functie ben. Dus ik ga me eens even stevig inlezen." Hij zegt vooral met de gemeenten in gesprek te willen.