Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) moet beter onderbouwen dat de VN-organisatie UNRWA Palestijnse vluchtelingen kan beschermen in de Gazastrook. Dat heeft de Raad van State woensdag geoordeeld naar aanleiding van de zaak van een Palestijnse man wiens asielaanvraag was afgewezen. Daar moet beter naar gekeken worden.
Volgens de demissionaire staatssecretaris heeft de man uit de Gazastrook geen recht op een verblijfsvergunning, omdat hij daar dankzij de UNRWA onder goede omstandigheden zijn leven kan leiden. Er wordt gezorgd voor de basisbehoeften, maar dat is volgens de Raad van State niet genoeg om een asielaanvraag te kunnen afwijzen. Of de organisatie ook in andere behoeften kan voorzien, zoals gezondheidszorg, zal de staatssecretaris beter moeten aantonen. De Palestijnse man stelt namelijk van niet.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de man een vergunning moest krijgen, alleen al omdat de afwijzing niet goed onderbouwd was. Daar is de Raad van State het niet mee eens. Het onderzoek in de zaak hoeft ook niet over gedaan te worden.
Wel moet de staatssecretaris een betere onderbouwing voor het besluit aanleveren, ook op basis van de informatie over het gebied die de Palestijnse man zelf heeft aangedragen. Ook de recente ontwikkelingen in het gebied moeten worden meegenomen, "waaronder de recent weer opgelaaide vijandelijkheden tussen Israël en Hamas en de berichten dat de Verenigde Staten een deel van hun financiering van de UNRWA zullen hervatten".
De Raad van State wijst erop dat de staatssecretaris zelf ook erkent dat de humanitaire omstandigheden in de Gazastrook "zorgelijk" zijn. Er zijn wel initiatieven om de situatie te verbeteren, maar onder meer door de coronacrisis zijn de leefomstandigheden de afgelopen tijd verder onder druk komen te staan. Bovendien trokken de Verenigde Staten eerder hun steun in, waardoor er tekorten ontstonden. Eind vorig jaar kondigde het kabinet nog aan 6 miljoen euro extra aan de organisatie te geven, onder meer om noodhulp te kunnen verlenen.