Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) is dinsdag in de Tweede Kamer fel bekritiseerd over het faillissement van de ziekenhuizen MC Slotervaart en MC IJsselmeer. Vrijwel alle partijen eisen uitleg over de gang van zaken, maar veel antwoorden kon de minister nog niet geven. Hij merkte op dat de curatoren nog onderzoek doen naar de faillissementen.
,,Hoe heeft dit dieptepunt in de zorg kunnen ontstaan?'', zei PVV-Kamerlid Fleur Agema. Zij vindt dat de minister niet genoeg heeft gedaan om de twee ziekenhuizen te redden. Hier is het laatste woord nog niet over gezegd'', aldus Agema.'' Ze neemt het Bruins ook kwalijk dat hij vorige week de ziekenhuizen omschreef als ,,een stapel stenen''. De minister gaf aan deze uitspraak te betreuren.
,,Ik heb nooit bedoeld te zeggen dat een ziekenhuis niet een belangrijke functie is. Als ik daar onduidelijk of rauw in ben geweest, vind ik dat heel verschrikkelijk. Ik vind het ontzettend naar voor de patiënten, die in onzekerheid hebben gezeten. En oervervelend voor de medewerkers, die zich zo ongelooflijk hebben ingespannen.''
Bruins gaf aan ook verrast te zijn door de snelheid waarmee de kwestie zich vorige week ontwikkelde, vooral in het geval van MC Slotervaart. Op dinsdag werd bekend dat er uitstel van betaling was aangevraagd, op donderdag werd het ziekenhuis failliet verklaard. Een dag later moesten patiënten al worden overgeplaatst. ,,Ik had liever meer tijd gehad, voor een zachte landing voor patiënten en medewerkers.''
De situatie was volgens Bruins echter zo nijpend dat er geen goede zorg meer kon worden geleverd in het Amsterdamse ziekenhuis. ,,Er was achterstallig onderhoud, leveranciers haalden medicijnen en hulpmiddelen terug. Dan komt de kwaliteit van de zorg in het geding.''
Meerdere Kamerleden vroegen Bruins te garanderen dat een situatie zoals die bij MC Slotervaart in de toekomst niet meer zal voor komen. ,,Ik heb geen garanties, maar ook geen aanwijzingen dat andere ziekenhuizen op omvallen staan.'' Bruins zegt wel extra alert te zijn. En ,,wat ik wel wil toezeggen is dat als ik daar wetenschap van heb, ik het zo snel mogelijk aan de Kamer meld.’’