Het merendeel van de huidige ministers en staatssecretarissen gebruikte hun privémail voor werk, schrijft minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer. Het gaat in totaal om zestien bewindslieden. Ook gebruikten twaalf berichtenservices zoals WhatsApp of Telegram.
De minister schrijft dat de meesten het "incidenteel" deden, bijvoorbeeld om documenten te bewerken of te printen, of om een bericht door te sturen naar zakelijke accounts. Ook waren niet-werkende zakelijke apparaten soms de reden om vergaderlinks of documenten door te sturen naar een privéadres.
Onder meer minister Dilan Yeşilgöz (Justitie), Robbert Dijkgraaf (Onderwijs), Sigrid Kaag (Financiën), Kajsa Ollongren (Defensie), Karien van Gennip (Sociale Zaken) en Micky Adriaansens (Economische Zaken) maakten gebruik van hun eigen e-mailadres. Ollongren, Van Gennip en Adriaansens gebruikten ook andere berichtendiensten zoals WhatsApp, net zoals onder anderen Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel), Henk Staghouwer (Landbouw) en Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof).
Volgens Bruins Slot zijn er geen beveiligingsincidenten bekend. Ook is er geen aanleiding om te denken dat documenten niet zijn gearchiveerd, schrijft ze.
De minister deed navraag bij de ministeries nadat minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) erkende zijn privémail te gebruiken voor werkzaken. Het wordt ministers en staatssecretarissen ernstig ontraden om hun eigen e-mail voor werk te gebruiken.
Maar, schrijft Bruins Slot: "In de praktijk kunnen zich situaties voordoen waarbij van de voorgeschreven werkwijze wordt afgeweken." Het is volgens haar de verantwoordelijkheid van de bewindslieden om de belangen te wegen.