Minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) staat open voor het idee dat 1 juli een vrije dag wordt waarop het slavernijverleden wordt herdacht en het einde hiervan wordt gevierd. Ze heeft het herdenkingscomité dat zich bezighoudt met dit verleden gevraagd om deze optie te onderzoeken, al kan zij daar zelf naar eigen zeggen geen besluit over nemen.
Of 1 juli een vrije dag moet worden, moet volgens de minister besloten worden in de cao's, na een advies van de Stichting van de Arbeid. De bewindsvrouw heeft het herdenkingscomité gevraagd met de werkgevers- en werknemersorganisaties in gesprek te gaan.
De Tweede Kamer heeft al langer de wens om 1 juli te verklaren tot nationale feestdag. In 2021 kreeg een motie van Salima Belhaj (D66) de steun van een meerderheid in het parlement. Ook werd een petitie die hiertoe opriep ruim 60.000 keer ondertekend.
Op 1 juli wordt de van oorsprong Surinaamse feestdag Keti Koti gevierd, omdat op die datum in 1863 per wet werd besloten tot een einde van de slavernij. Feitelijk kwam hier tien jaar later pas een einde aan.
De rijksoverheid is zelf ook een grote werkgever. Er loopt een experiment om rijksambtenaren de optie te geven om vrij te nemen voor feestdagen die niet al in de wet zijn vastgelegd. Bruins Slot wil ervoor zorgen dat mensen die hieraan meedoen ook vrij mogen nemen tijdens Keti Koti. Ze heeft het herdenkingscomité ook gevraagd om na te denken over een mogelijke vlaginstructie.