De Europese Commissie buigt zich over de vraag of de soepeler mestregels voor Nederlandse boeren voorlopig weer geldig zijn zodra Nederland aan de voorwaarden daarvoor voldoet. Tot die tijd zijn ze in ieder geval niet van kracht, en kunnen boeren in de rechtszaal dus aan de strengere algemene mestregels worden gehouden, zeggen EU-bronnen.
Het ministerie van Landbouw gaat er juist vanuit dat de uitzonderingspositie voor Nederland nog wel van kracht is. Zeker nu alsnog vaart wordt gezet achter de beloofde maatregelen. "Wij hebben niet gehoord dat die is ingetrokken", laat een woordvoerder weten.
Landbouwminister Piet Adema kondigde vrijdagmiddag aan dat Nederland zich per 1 maart alsnog gaat houden aan de voor 1 januari met de Europese Commissie afgesproken voorwaarden. Adema wilde aanvankelijk een jaar de tijd nemen om de afspraken, met onder meer strengere regels voor bufferstroken langs bemest boerenland, in te voeren. Maar onder druk van de commissie komt hij daarvan terug.
De commissie maakte vorig jaar duidelijk dat zij de uitzonderingspositie voor Nederlandse boeren, de zogeheten derogatie, niet meer wilde verlengen. Nederland kreeg wel tot 2026 de tijd om zich daarop in te stellen. Mits het aan voorwaarden zou voldoen. Omdat dat niet is gebeurd, is de derogatie vanaf 1 januari niet meer van kracht. Het is volgens ingewijden in Brussel nog onduidelijk of dat per 1 maart wel weer zo is of dat dat bijvoorbeeld een nieuw besluit van het dagelijks bestuur van de EU vergt.
De commissie "heeft de nieuwsberichten opgemerkt" over de aankondigingen van Adema en "volgt de ontwikkelingen op de voet", zegt een woordvoerder.