De openbaar aanklager in Nederland, of een andere EU-lidstaat, moet bij serieuze terreur- of misdaadzaken rechtstreeks bij buitenlandse internetbedrijven gegevens van hun gebruikers kunnen opvragen. De bedrijven zijn verplicht binnen tien dagen, of in noodgevallen binnen zes uur, de gevraagde elektronische data aan te leveren.
Met dit volgens vicevoorzitter Frans Timmermans ,,ongekende voorstel’’ voor directe toegang tot digitaal bewijsmateriaal in het buitenland, wil de Europese Commissie snellere opsporing en strafvervolging van verdachten in de EU mogelijk maken. Het gaat bijvoorbeeld om e-mailverkeer en boodschappen van verdachten via Twitter of Whatsapp, of om te achterhalen wie er achter een bepaald IP-adres schuilt. ,,We kunnen niet toestaan dat misdadigers en terroristen moderne technologieën voor elektronische communicatie misbruiken om criminele acties te verbergen en vervolging te ontlopen'', stelt Timmermans.
De plicht om gegevens voor politie-onderzoek te leveren moet ook gaan gelden voor techbedrijven die in de EU actief zijn maar hun data buiten de EU, of in een cloud, hebben opgeslagen.
In de EU werken de autoriteiten van verschillende landen nu via bepaalde procedures samen om bewijsmateriaal uit te wisselen, maar een lidstaat kan niet rechtstreeks bij een bedrijf in een ander land digitale gegevens opvragen. Daardoor kan het vier tot tien maanden duren voor het materiaal binnen is. In die tijd kunnen bewijsstukken ook verloren raken, bijvoorbeeld omdat gegevens gewist worden. Daardoor kan nu twee derde van zware zaken niet naar behoren worden afgehandeld, meent Brussel.
Om fundamentele rechten van internetgebruikers te beschermen wordt in de nieuwe regelgeving wel een aantal veiligheidsgaranties ingebouwd.