Vooraf was voor iedereen duidelijk dat een blokkade van de A12 niet was toegestaan. Dat zegt een woordvoerder van burgemeester van Den Haag Jan van Zanen zondag in een reactie op kritiek van Extinction Rebellion op het optreden vanuit de overheid zaterdag bij de bezetting van de A12 in Den Haag.
Een woordvoerder van de klimaatactivisten zei zondag dat er volgens haar sprake was van politiegeweld, dat de inzet van een waterkanon in haar ogen niet proportioneel was, aangezien het zou zijn gegaan om vreedzame demonstranten, en werden mensen die niet op de A12 stonden toch ook natgespoten.
De woordvoerder van de gemeente laat in de reactie weten dat sinds Extinction Rebellion de actie in de media aankondigde steeds is geprobeerd met de organisatie in contact te komen "en afspraken te maken over een veilig verloop van de demonstratie". In een brief afgelopen dinsdag heeft Van Zanen aangegeven dat een blokkade van de A12 niet is toegestaan. Ook werd een alternatieve locatie aangeboden. Zaterdagmorgen werd bovendien nog geflyerd onder actievoerders die aankwamen in Den Haag dat het blokkeren van de Utrechtsebaan, zoals dat deel van de snelweg heet, niet mag, aldus de zegsman.
Toen actievoerders om 12.00 uur toch probeerden de A12 op te gaan, ontstond volgens de woordvoerder een "dusdanig dreigende situatie voor politiepersoneel en -paarden" dat de waterkanonnen naar voren zijn gereden. "Toen is al meerdere keren gevorderd en aangegeven dat de waterwerpers konden worden ingezet." Volgens een door de politie bijgehouden liveblog zaterdag gaf de burgemeester rond het middaguur toestemming het waterkanon, met benevel-straal, in te zetten, om "de veiligheid van politie en hulpdiensten te waarborgen".
Uiteindelijk is vier uur later, vanaf 16.00 uur, "duidelijk aangegeven dat de actie om 17.00 uur ontbonden moest worden. Actievoerders, vaak ook met kinderen, werden persoonlijk benaderd. Verder zijn diverse oproepen en vorderingen gedaan aan actievoerders om vrijwillig de actie te beëindigen." Rond 17.10 uur werd het waterkanon, op nevelstand, ingezet tegen actievoerders die weigerden te vertrekken.
Ook toen de actie werd ontbonden, is steeds aangegeven dat de demonstranten hun actie konden beëindigen en dat medische opvang beschikbaar was om eventuele onderkoeling te voorkomen, aldus de woordvoerder. "Daartoe is door de brandweer en de GHOR (veiligheidsregio) een opvangstraat ingericht. Actievoerders die er desondanks voor kozen om te blijven zitten zijn aangehouden en met warme bussen vervoerd naar de arrestantenopvang." Daar waren volgens de woordvoerder GHOR-personeel en het Rode Kruis aanwezig om medische zorg te verlenen en waren dekens en warme kleren voor iedereen beschikbaar, zegt hij.