De Haagse burgemeester Jan van Zanen kijkt terug op een "waardige" en "wederom bescheiden" Prinsjesdag. Vanwege de coronamaatregelen vond die voor het tweede jaar op rij in uitgeklede vorm plaats, zonder rijtoer door de stad, balkonscène en Ridderzaal. "Hoewel Prinsjesdag in beperkte vorm plaatsvond, was er ruimte voor de tradities die horen bij de opening van het parlementaire jaar", aldus Van Zanen.
Volgens de burgervader zijn grote bezoekersaantallen uitgebleven in de Hofstad. De gemeente had mensen opgeroepen niet naar Den Haag te komen. Wel stonden er toeschouwers bij de Grote Kerk, waar de troonrede werd voorgelezen en ook bij Paleis Noordeinde, waarvandaan koning Willem-Alexander en koningin Máxima per auto naar de kerk vertrokken.
Van Zanen haalt ook de demonstraties aan die dinsdag plaatsvonden in Den Haag. Twee daarvan waren aangemeld, een derde groep demonstranten die dat niet had gedaan verzamelde zich 's middags op het Plein. "Zij hadden de demonstratie niet vooraf aangemeld, maar hebben hier de mogelijkheid gekregen om kort te demonstreren", aldus de burgemeester. "Zij zijn daarna door de politie begeleid naar de Koekamp. Er is geprobeerd de Tweede Kamer te bereiken, dat is mede door optreden van de politie niet gelukt."
De burgemeester spreekt zijn "grote waardering" uit voor de politie, marechaussee en gemeentemedewerkers "die vanaf vanochtend vroeg, en voorafgaand aan vandaag, hard hebben gewerkt aan een goed verloop van de dag". "Den Haag kan terugkijken op een waardige Prinsjesdag, maar ik hoop dat we volgend jaar deze dag weer in al zijn glorie kunnen vieren."