De burgemeesters kwamen tijdens de uitbraak van het coronavirus in de problemen omdat ze met het oog op de privacy niet alle informatie konden delen. In verpleeghuizen raakten mensen besmet en gingen dood, maar ze mochten dat niet naar buiten brengen. Dat zeggen de burgemeesters Breunis van de Weerd (Nunspeet) en Eddy Bilder (Zwartewaterland) zaterdag in het Reformatorisch Dagblad.
"De doorgeslagen privacywet heeft extra doden gekost. Toen het parlement debatteerde over te weinig ic-bedden, overleden bij ons massaal mensen in verpleeghuizen. Niemand wist het, want officiële instanties mochten het niet melden. De GGD zei me niet te gaan bellen als er mensen in Nunspeet waren besmet of overleden, omdat het herleidbaar was", zegt Breunis. "Mijn informatie moest ik vergaren via semi-legale kanalen. Toen in Elspeet de eerste coronabesmetting bekend werd, heb ik het gewoon openbaar gemaakt. Het hele dorp sprak erover, maar ik mocht er niks over zeggen. Dat kan natuurlijk niet."
Zijn collega Eddy Bilder uit Zwartewaterland zegt dat hij ook eigen kanalen aanboorde om op de hoogte te blijven. "Ik heb ook de regels gebroken. Ik kon niet zwijgen toen in Hasselt de eerste besmettingen bekend werden. Waar we het straks, als de pandemie achter de rug is, over moeten hebben, is of we soms niet te rigide omgingen met regels. Ik heb momenten gehad dat ik vreesde de politie te moeten inschakelen om mensen buiten het bejaardentehuis te houden omdat ze naar hun ernstig zieke of stervende ouder wilden. Dat waren heel pijnlijke situaties waarvan je je afvraagt of ze voorkomen hadden kunnen worden."
In Nunspeet (Gelderland) en Zwartewaterland (Overijssel) stierven volgens de burgemeesters respectievelijk ruim tachtig en meer dan vijftig mensen aan corona.