Verschillende burgemeesters in Nederland pleiten voor meer financiële steun voor de horeca. Dat zeiden zij voorafgaand aan het Veiligheidsberaad waarin de burgemeesters van de 25 veiligheidsregio's in deelnemen. Een paar honderd horecaondernemers kwamen eerder op de dag in Den Haag samen om te protesteren voor meer financiële steun van de overheid. Sinds half oktober moeten zij op last van het kabinet de deuren gesloten houden om verspreiding van het coronavirus verder te voorkomen.
Emile Roemer van Alkmaar is "gecharmeerd van de manier van aandacht vragen". Hij erkent dat horecaondernemers het zwaar hebben door de verplichte sluiting. Wouter Kolff van Dordrecht pleit net als zijn collega Ahmed Aboutaleb uit Rotterdam voor extra financiële steun. Kolff: "Ik ben blij dat het kabinet hierover nadenkt. Daar moet het geld vandaan komen."
Pieter Broertjes van Hilversum noemt de maatregelen "echt een drama". "Ze zijn zo langzamerhand wel lang genoeg dicht geweest. Maar de horeca mag alleen open als dat ook zo mag blijven. Niet dat ze over een tijdje weer de deuren moeten sluiten."
De burgemeesters maken zich grote zorgen over het oplopende aantal besmettingen. "Het is treurig met de cijfers. Niks helpt, lijkt het wel. Wij varen in de mist. Wij weten het ook niet meer zo langzamerhand", stelt Broertjes. Roemer noemt de cijfers "triest". "Het gaat de verkeerde kant op. Iedereen had gehoopt op perspectief." Aboutaleb had de Rotterdammers eveneens graag wat meer ruimte willen bieden met kerst. "Maar ik denk niet dat dit gaat lukken."
Dinsdag beslist het kabinet of met kerstmis de maatregelen mogelijk iets worden versoepeld. Ministers Ferd Grapperhaus (Veiligheid) en Hugo de Jonge (Volksgezondheid) wilden daar maandagavond nog niet op vooruitlopen. "Maar de cijfers zien er niet goed uit", waarschuwt De Jonge.