De burgemeesters in het Veiligheidsberaad willen dat de avondklok niet geldt tijdens de verkiezingen over twee weken. Volgens de voorzitters van de veiligheidsregio's die samen het beraad vormen, is de maatregel op die drie verkiezingsdagen niet te controleren.
Tienduizenden mensen werken op stembureaus, er gaan mensen stemmen en er zijn anderen die graag willen toekijken hoe het stemmen gaat. Voor al die mensen zou een uitzondering moeten gaan gelden. "Dat is niet te controleren", concludeert voorzitter Hubert Bruls, de burgemeester van Nijmegen. Hij stelt dan ook voor om op deze dagen niet te handhaven.
Volgens minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken, die maandag tijdens beraad in Utrecht de 'coronaveilige' verkiezingen kwam toelichten aan de burgemeesters, mag een persoon na het ingaan van de avondklok mondeling aangeven dat hij of zij is wezen stemmen. Dan zou een handhaver iemand niet mogen bekeuren. Het is overigens nog de vraag of de avondklok dan nog in werking is. Mogelijk loopt de maatregel op 15 maart af.
Ollongren geeft toe dat de situatie "idealiter is zonder avondklok". "Mensen moeten vrij zijn om te stemmen." Volgens haar hoeven mensen in elk geval niet bang te zijn voor besmettingen. Ouderen mogen per brief of per volmacht stemmen. Bovendien kunnen kwetsbare mensen op de maandag of dinsdag al hun stem uitbrengen. "We zijn er klaar voor. Alle seinen staan op groen. De verkiezingen kunnen ongestoord doorgaan."
De burgemeesters hebben maandag opnieuw gepleit voor voorzichtige versoepelingen van de coronaregels. Bruls: "Het is ook mogelijk om mensen in kleine stapjes langzaam meer ruimte te geven. Het is niet zwart-wit. Een terras kun je ook eerst in bepaalde delen van de week open doen en dat langzaam uitbouwen."
Zij willen bovendien dat nu ook naar de vaccins wordt gekeken en niet alleen naar de besmettingscijfers en de ziekenhuisopnames. "Wij zijn met de vaccinaties goed op stoom gekomen. Wat betekent dat voor de maatregelen? Wij willen de vaccins erbij betrekken. Er zijn er nu meerdere. Die kunnen bepalend zijn de komende tijd."
Coronaminister Hugo de Jonge noemde "de ruimte om te versoepelen nog heel beperkt". Hij wil eerlijk zijn en met het "zicht op de finish" wil hij "heel behoedzaam" versoepelen. "Dat is beter dan achteraf spijt hebben." Hij wil de effecten van het (deels) openen van het voortgezet onderwijs en het mbo eerst in beeld hebben.
Het is volgens hem een "ingewikkelde fase in de crisisbestrijding". "Na een jaar in crisis lijden wij niet alleen door het virus maar ook onder de maatregelen. Het gaat niet goed met de stand van de economie. Toch is het verstandig dat wij op dit moment de terrassen niet openen."