Curaçao, Aruba en Sint-Maarten krijgen maximaal 200 miljoen euro toegeschoven uit Den Haag om te investeren in de economie. Het gaat om geld uit het Nationaal Groeifonds (NGF) waar de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk nu ook aanspraak op kunnen maken, twee jaar nadat de geldpot is geopend. Dat schrijven minister Micky Adriaansens (Economische Zaken), Rob Jetten (Klimaat en Energie) en staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) in een brief aan de Tweede Kamer.
Om te beginnen komt 100 miljoen euro beschikbaar voor plannen die de eilanden mogen indienen. Daar komt nog eens 100 miljoen euro bij als er genoeg voorstellen zijn die aan alle eisen voldoen. Projecten zullen worden goedgekeurd als ze "aantoonbaar een hoge impact hebben op het duurzaam verdienvermogen", schrijven de bewindslieden. Dat kan gaan om voorstellen op uiteenlopende terreinen zoals onderwijs, voedselproductie en verduurzaming van het toerisme. De komende maanden gaat het kabinet samen met de landen de plannen uitwerken.
Bonaire, Saba en Sint-Eustatius konden al langer projecten betalen met geld uit het investeringsfonds. Deze eilanden zijn namelijk als bijzondere gemeenten onderdeel van de Nederlandse overheid. Curaçao, Aruba en Sint-Maarten zijn autonome landen in het Koninkrijk waar een aparte regeling voor moest komen. De bijzondere gemeenten krijgen eveneens extra geld uit het NGF toegeschoven: een bedrag van 30 miljoen euro.
Adriaansens, Jetten en Van Huffelen hebben in de Kamerbrief ook een aantal andere financiële regelingen voor Curaçao, Aruba en Sint-Maarten bekendgemaakt. De eilanden mogen één of enkele projecten financieren uit de subsidieregeling SDE++, die specifiek bedoeld is voor de energietransitie. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een investering in zonnepanelen of windmolens. Het is niet bekendgemaakt hoeveel geld de eilanden hier precies voor mogen vragen. Daarnaast werkt het kabinet aan een garantieregeling voor gezonde bedrijven die moeilijk aan financiering kunnen komen.