De groep mensen die zo weinig verdienen dat ze risico lopen op armoede is vorig jaar iets kleiner geworden. Bovendien leven minder kinderen in een gezin dat krap bij kas zit. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In 2019 leefde 6,2 procent van de bevolking in een huishouden dat risico liep op armoede, iets minder dan de 6,3 procent in de twee voorgaande jaren.
De onderzoekers stellen elk jaar vast tot welk inkomen mensen risico lopen op armoede, door te kijken naar prijzen van zaken als boodschappen. Voor een alleenstaande lag deze grens op een netto-inkomen van 1090 euro per maand, voor een stel met twee minderjarige kinderen op 2080 euro. Iets meer dan 1 miljoen mensen leefden vorig jaar onder deze zogenoemde lage-inkomensgrens. Hier zaten 251.000 kinderen bij, 7000 minder dan een jaar eerder.
Relatief weinig werknemers en relatief veel ondernemers dreigen in armoede te leven. Het gaat dan met name om zelfstandigen zonder personeel (zzp). Zij werken vaak in de sectoren handel, vervoer, horeca, cultuur, recreatie en overige dienstverlening. Dit is volgens de statistici ook de hoek waar nu vanwege corona de meeste klappen vallen. Daarover zijn nog geen cijfers bekend.