De afgelopen vier jaar is het aandeel van duurzame bronnen in het totale Nederlandse energieverbruik gestegen met 6 procentpunt. In 2019 was 9 procent afkomstig uit hernieuwbare bronnen zoals biomassa, zon en wind, in 2022 was dit percentage 15 procent. Het grootste deel hiervan was afkomstig uit biomassa, gevolgd door wind- en zonne-energie. Warmtepompen leverden ruim 1 procent van de groene energie, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op maandag.
Nederland wil in 2030 27 procent van zijn energie uit duurzame bronnen halen en de CO2-uitstoot hebben teruggebracht tot 55 procent ten opzichte van 1990. In 2022 was de uitstoot van broeikasgassen gedaald met 31 procent ten opzichte van 1990, onder meer door het sluiten van kolencentrales.
De Nederlandse doelstellingen hangen samen met de Europese Green Deal, een in 2019 door de Europese Commissie gepresenteerd programma om klimaatverandering te beperken. Hierin werd afgesproken dat Europa in 2050 klimaatneutraal moet zijn.
In juli meldde de Europese Rekenkamer dat het niet duidelijk was of Nederland op de goede weg was. Nederland kocht in 2020 duurzame energie van Denemarken in de vorm van emissierechten, maar de toezichthouder stelde de effectiviteit van deze maatregel niet te kunnen beoordelen. Nederland kocht deze emissierechten omdat het dreigde het streefcijfer van 14 procent duurzame energie niet te gaan halen. De Rekenkamer meldde ook dat de Europese Unie met de huidige maatregelen haar klimaatdoelstellingen voor 2030 niet gaat halen.