De rechtbank in Amsterdam heeft maandag de 36-jarige Julian A. veroordeeld tot twintig maanden cel, waarvan acht maanden voorwaardelijk. De Haagse kunstenaar is schuldig bevonden aan aanranding, verkrachting en mishandeling. De rechtbank sprak A. van een deel van de in totaal zeven beschuldigingen vrij, wegens gebrek aan bewijs.
Het Openbaar Ministerie had drie jaar cel tegen de man geëist, waarvan een jaar voorwaardelijk. Bij de onderbouwing van die eis kenschetste de officier van justitie de zaak als "MeToo in de kunstwereld". Volgens A.'s advocaat is er sprake van "een hetze" en "rancune en kinnesinne". Hij had de rechtbank integrale vrijspraak gevraagd.
Tijdens zijn proces heeft A. de meeste beschuldigingen ontkend of zei hij zich de gebeurtenissen niet goed te kunnen herinneren. De feiten speelden zich af tussen 2013 en 2018, een tijd waarin A. veel drank en drugs gebruikte. De rechtbank beoordeelde sommige verklaringen van hem als "ongeloofwaardig". De mishandeling betrof bij herhaling uitgeoefend geweld op een (ex-)vriendin. A. heeft dit bekend.
Het beeld dat uit de strafzaak over A. is ontstaan, is dat van "een dominante man die zich onder invloed van drank en drugs in de eerste plaats bekommerde om wat hij zelf wilde", aldus de rechtbank. A. heeft verklaard dat hij destijds tal van seksuele contacten had, cocaïne gebruikte en zich te buiten ging aan "baldadig gedrag".
Voor de beschuldigingen waarvan hij is vrijgesproken, waaronder verkrachting en aanranding, ontbrak volgens de rechtbank het bewijs dat de aangiftes van de slachtoffers kon ondersteunen. De rechtbank stond in het vonnis uitvoerig stil bij de vaak moeilijke bewijsbaarheid van seksuele misdrijven, waar het veelal neerkomt op het woord van het slachtoffer tegenover dat van de veronderstelde dader; directe getuigen zijn er zelden of nooit.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf hield de rechtbank rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van A., die aan een persoonlijkheidsstoornis lijdt. Het heeft te lang geduurd voordat de zaak voor de rechter kwam - ook dat woog mee in het voordeel van de verdachte. Ruime aandacht in de media heeft er onder meer toe geleid dat A. zijn loopbaan als kunstenaar heeft moeten staken. Die publiciteit begon met een groot artikel in NRC Handelsblad in 2020. A. heeft inmiddels behandelingen ondergaan en is van de drank en de drugs af.