Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is "behoorlijk verrast" door de uitspraak in de zaak over de export van F-35-onderdelen door Nederland naar Israël. "Dat vonnis is volledig in tegenspraak met het eerdere vonnis van de rechtbank", stelt de organisatie.
Het gerechtshof in Den Haag bepaalde maandag dat Nederland de uitvoer van onderdelen voor F-35 gevechtsvliegtuigen naar Israël binnen zeven dagen moet stopzetten, omdat een "duidelijk risico" bestaat dat Israël het humanitair oorlogsrecht in Gaza schendt. Volgens het gerechtshof heeft de minister van Buitenlandse Handel de herbeoordeling van de vergunning voor de export na de uitbraak van de oorlog niet correct uitgevoerd. Daarbij hadden onder meer buitenlandpolitieke of economische afwegingen geen rol mogen spelen.
"Wat ons betreft, gaat deze uitspraak echt te ver", aldus het CIDI. Volgens de organisatie gaat het hof met de uitspraak "op de stoel zitten van de minister" en is het bovendien "in strijd met de beleidsvrijheid die de minister heeft". Het CIDI vindt dat juist een minister in staat is "een goed afgewogen beslissing" te nemen over dergelijke zaken.
De zaak was aangespannen door Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum. In december wees de rechtbank hun eis nog af, maar in hoger beroep stelde het gerechtshof de mensenrechtenorganisaties maandag in het gelijk. Of de Staat in cassatie gaat tegen de uitspraak is nog niet bekend.