De coalitiepartijen willen dat het kabinet kijkt of er toch nog financiële ruimte is voor betere arbeidsvoorwaarden in de zorg. Zowel VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff als CDA-voorman Pieter Heerma zegt tijdens een Kamerdebat over de zorgsalarissen zich daar de komende weken over te willen buigen.
De oppositiepartijen SP en PvdA stellen voor die financiële ruimte te creëren door de geplande verlaging van de winstbelasting voor bedrijven te schrappen. Dijkhoff erkent dat "andere maatregelen" denkbaar zijn dan die al eerder beloofde lastenverlichting. Maar het is voor hem geen uitgemaakte zaak dat geld dat dan extra binnenkomt naar de zorg moet gaan.
Dijkhoff wijst er wel op dat de salarissen in de zorg al zijn verhoogd, dat loonsverhoging volgend jaar mogelijk is en dat het personeel een eenmalige bonus krijgt voor het harde werk tijdens de coronapiek van afgelopen voorjaar. Hij zou daar graag nog een schepje bovenop doen, maar is het met het kabinet eens dat dat in de huidige economische omstandigheden wellicht niet de beste keuze is.
D66-fractieleider Rob Jetten wil eveneens goed kijken of een lagere winstbelasting wel de slimste manier is om bedrijven te helpen. Ook hij vindt dat het in de zorg niet bij de al toegezegde loonstijgingen moet blijven, en dat geldt wat hem betreft net zo goed voor het onderwijs. Maar: "dat gaat niet van de ene op de andere dag en het is niet gratis". Elders zullen dan keuzes moeten worden gemaakt, waarschuwt hij.
Om de zorg aantrekkelijker te maken moet niet alleen naar salarissen worden gekeken, denken Dijkhoff, Heerma en Jetten. Van administratieve maatregelen die de laatste tijd werden opgeschort, moet bijvoorbeeld worden gekeken of die wel terug moeten komen.
Als op die manier kosten kunnen worden bespaard, kan dat geld aan andere dingen worden uitgegeven. De druk van onregelmatig werken en de soms lage startsalarissen zijn ook zaken waar het kabinet naar moet kijken, net als verbetering van het loopbaanperspectief voor verplegenden en verzorgenden.