De coalitiepartijen zijn blij dat er een keuze is gemaakt voor de ziekenhuizen die gespecialiseerde chirurgie voor bepaalde aangeboren hartklachten blijven leveren. Ook PvdA-Kamerlid Henk Nijboer spreekt van "geweldig nieuws voor de zorg, kinderen, ouders en medewerkers in Noord-Nederland". PVV'er Fleur Agema noemt het besluit echter "raar".
Zorgminister Ernst Kuipers liet maandag aan de Kamer weten dat hij doorgaat met het concentreren van bepaalde vormen van kinderhartzorg, en dat daarvoor de keuze gevallen is op de academische ziekenhuizen in Rotterdam en Groningen. Dat is een ander besluit dan zijn voorganger Hugo de Jonge eerder nam, waarbij Rotterdam en Utrecht de behandelingen zouden blijven uitvoeren. Kuipers kiest daar mede op aandringen van de Kamer en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor vanwege de betere spreiding over het land.
"Het was een wanstaltig plan om het kinderhartcentrum in Groningen te sluiten. Blij dat het na gezamenlijke protesten van tafel is!", zegt Nijboer. "Concentreren is voor het CDA niet hetzelfde als centraliseren", aldus CDA'er Joba van den Berg. Wieke Paulusma (D66) en Mirjam Bikker (ChristenUnie) tonen zich ook blij dat de zorg straks ook buiten de Randstad beschikbaar blijft.
Agema noemt het besluit "zo raar" omdat ze ervan uitging dat "de strijd ging tussen Leiden en Utrecht", en Groningen dus niet meer in beeld zou zijn. Ook vindt ze niet dat Kuipers duidelijk heeft gemaakt waarom concentratie op twee locaties überhaupt nodig is.
Kuipers vindt dat het veel te lang geduurd heeft voor er een besluit genomen werd over de gespecialiseerde zorg. De discussie loopt al dertig jaar, benadrukt hij steeds. Concentratie van de zorg zou goed zijn voor de kwaliteit.
Met Kuipers' besluit, waar de ziekenhuizen nog formeel op mogen reageren, worden straks bepaalde specifieke interventies alleen nog uitgevoerd in Rotterdam en Groningen. Voor veel andere aspecten van de hartzorg kunnen de patiënten nog terecht in andere ziekenhuizen, inclusief Leiden en Utrecht.