Het archief van de studio van stripauteur Marten Toonder is in handen gekomen van het Literatuurmuseum en het Eye Filmmuseum. Het gaat onder meer om ruim 25.000 stripstroken van Panda, Kappie en Koning Hollewijn en nog eens 20.000 originele stroken van tientallen andere strips die Toonder en de medewerkers van zijn studio hebben gemaakt. Ook bevat de collectie, die beschikbaar is gesteld door Toonders kleindochter, schetsen, losse illustraties, reclamemateriaal en correspondentie.
Het grootste deel van het archief is verhuisd naar het Literatuurmuseum in Den Haag. De materialen die betrekking hebben op de Bommelfilm Als je begrijpt wat ik bedoel gaan naar Eye in Amsterdam. Dit was in 1983 de eerste tekenfilm van speelfilmlengte van Nederlandse bodem.
Marten Toonder (1912-2005) kreeg bekendheid als schrijver en tekenaar van Olivier B. Bommel en Tom Poes. Het Literatuurmuseum ziet de collectie als een mooie aanvulling op het persoonlijk archief van de stripauteur, dat het al in beheer had. ,,Met dit archief erbij kan met recht gesteld worden dat ons museum de schatkamer is van Toonders kunstenaarschap'', zegt directeur Aad Meinderts.