De overheid moet goed kijken naar de risico's op misstanden bij commercieel draagmoederschap. Dat adviseert de commissie-Joustra, die maandag een snoeihard rapport presenteerde over adoptie uit het buitenland.
De commissie adviseerde het systeem van interlandelijke adoptie per direct op te schorten, een advies dat minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) opvolgt. Maar de commissie merkt op dat er parallellen zijn tussen het systeem van interlandelijke adoptie en "het recentere systeem van commercieel draagmoederschap".
Daarbij zijn volgens de literatuur waar de commissie zich op baseert "wetgeving en toezicht onvoldoende geregeld, bestaan er financiële uitwassen en creëert maatschappelijke en politieke druk een systeem waar het belang van het kind secundair is".
De overheid moet "lessen trekken uit verleden", aldus de commissie.
Dekker richt een landelijk expertisecentrum op waar geadopteerden terecht kunnen voor hulp, bij bijvoorbeeld het zoeken van informatie over hun afkomst en psychosociale hulp. "Bij de uitwerking van deze dienstverlening zal ik ook vragen rondom afstamming en identiteit van kinderen uit nieuwe gezinsvormen, zoals van draagmoederschap, betrekken", schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer.