Het was goed geweest als de Tweede Kamer tijdens de chaotische evacuatie uit Kabul medio augustus 2021 de rust had bewaard en had gewacht met het stellen van sommige Kamervragen, vindt de commissie-Ruys. Volgens de commissie hielden de Kamervragen ambtenaren op dat moment bezig die ook druk waren met de evacuatie en daarvoor dus minder tijd hadden. Ook was er grote frustratie bij de crisisteams over Kamerleden die zich direct met de evacuatie bemoeiden, of die in de media grote kritiek uitten.
"Het belang van verantwoording afleggen aan de Kamer staat niet ter discussie", schrijft de commissie. "Wel constateert de commissie dat een groot deel van de vragen vanuit de Kamer had kunnen wachten tot na de crisisfase, met alle ruimte voor vragen, antwoorden, verantwoording en reflectie." De informatie die gevraagd werd tijdens het hoogtepunt van de crisis was vaak nog niet volledig of betrouwbaar.
De commissie is kritisch op Kamerleden die de media zochten, zonder hen bij naam te noemen. Kritische uitlatingen "zijn ervaren als zeer demotiverend". De commissie vindt dan ook dat Kamerleden tijdens een dergelijke crisis terughoudend moeten zijn met media-optredens. Ook was het voor de "rolzuiverheid" beter geweest als Kamerleden, ondanks begrijpelijke betrokkenheid, zich zelf niet met de evacuaties gingen bemoeien. "Kamer, blijf bij je controlerende taak", zegt commissievoorzitter Maarten Ruys daarover op een persconferentie bij de presentatie.
Wel heeft hij begrip voor de opstelling van de Kamer. Al langer sluimerde ook bij Kamerleden onvrede over de aanpak van het kabinet. De betrokken bewindslieden hadden de regie niet goed afgestemd en ook over wie nou wel of niet in aanmerking kwam voor evacuatie was discussie. "De choreografie tussen de bewindslieden was niet optimaal, kon je ook als buitenstaander wel zien", zegt Ruys daarover. Hij was dan ook niet verbaasd dat het debat na de chaotische evacuatie vol emotie werd gevoerd, en tot vele moties leidde. Naar aanleiding van een motie van afkeuring trad buitenlandminister Sigrid Kaag direct af. Haar collega Ank Bijleveld, minister van Defensie, volgde een dag later.