Het parlementaire-enquêterapport over het fraudebeleid van de overheid "kan en mag niet in een la verdwijnen". Daarvoor is het onderwerp te belangrijk en zijn de conclusies te ernstig, vindt commissievoorzitter Michiel van Nispen, die zich overigens niet kan voorstellen dat het gebeurt.
"Niemand zou moeten wegkijken van dit rapport", zegt Van Nispen. Hij wijst erop dat de parlementaire enquête het zwaarste onderzoekswapen is in het arsenaal van het parlement. Maar ook de inhoud zou moeten aanzetten tot denken, vindt hij. De commissie heeft volgens de SP'er "redelijke aanbevelingen" gedaan die direct zouden moeten worden overgenomen.
De nieuwe politieke verhoudingen in de Kamer baren Van Nispen in dat opzicht geen zorgen. De PVV, sinds december de grootste partij in de Tweede Kamer, heeft tot nu toe bijvoorbeeld steeds het standpunt verdedigd dat iemands afkomst prima kan worden gebruikt als criterium om het risico in te schatten dat iemand sjoemelt met uitkeringen of toeslagen.
Van Nispen rekent er evenwel op dat bij alle 150 Tweede Kamerleden het besef leeft "dat iedereen recht heeft op een zorgvuldige en rechtvaardige behandeling door de overheid". Iedereen moet zich dat aantrekken, vindt hij. "We hebben de laatste tijd de mond vol over de rechtstaat, maar die rechtstaat is er uiteindelijk voor mensen."